Skip to content

Oefenen met rekenen voor groep 8

Beantwoord de volgende 30 vragen en klik dan onder op de webpagina op Toets nakijken.

De toetsvragen:

1.

Ik ga naar de boekwinkel en koop een boek voor € 12,48. Ik hoef maar € 9,97 te betalen omdat ik een kortingsbon heb ingeleverd.
Schat eens wat de waarde was van de kortingsbon.


2.

Lies heeft een schaalmodel van een autootje. Op het doosje staat schaal 1:54. Haar autootje is 7 cm lang.
Hoe lang is de auto in werkelijkheid?


3.

Marie zet haar spaarcentjes voor 4 jaar vast tegen 6% rente per jaar. Na 2 jaar is ze benieuwd wat er met haar € 250,- is gebeurd.
Tot welk bedrag is haar kapitaal gegroeid?


4.

Schatten!
249 + (124 : 25) = ...
Het antwoord ligt het dichtst bij


5.

Henk heeft 15 konijnen. Hij heeft ongeveer 5800 gram wortels. Een wortel weegt gemiddeld 200 gram. Hij wil ieder konijn evenveel hele wortels geven.
Hoeveel wortels krijgt elk konijn en hoeveel blijven er over?


6.

In ons opblaasbadje gaat ongeveer 0,5 m³ water.
Hoeveel liter is dat?


7.

100 gram zoute drop kost € 0,40. 100 gram Engelse drop € 0,50. Ik koop van beide 200 gram.
Wat betaal ik?


8.

3[7^8] =


9.

Stel: je verdient € 75,- per dag.
Hoeveel zou je ongeveer per jaar verdienen?


10.

Over een salaris van € 1500 wordt 2% loonsverhoging berekend.
Wat is het nieuwe loon?


11.

Welke van onderstaande getallen ligt op de getallenlijn het dichtst bij 0?


12.

Het concert duurt 75 minuten en begint om 20:15.
Hoe laat is het concert afgelopen?


13.

(5 x 9) - (7 x 3) = ...


14.

Een betonplaat is 5 m lang, 3 m breed en 3 dm hoog.
Hoeveel m³ steen is dit?


15.

Welke figuur heeft de kleinste oppervlakte?

R511_10


16.

In een dorp wonen nu 618 inwoners. Vorig jaar waren dat er 712.
Hoeveel mensen zijn er verhuisd?


17.

Rita verpakt 8000 kaarsen in dozen. In elke doos moeten 26 kaarsen.
Schat eens hoeveel dozen ze nodig heeft.


18.

Het gewicht van dit gouden kettinkje is ongeveer 15...
Welke maat moet hier ingevuld worden?


19.

Welk deel van deze figuur is niet gestreept?

R411_7


20.

400% van 400 is evenveel als:


21.

Een abonnement kost 87,60 euro per jaar.
Wat moet je voor een kwartaal betalen?


22.

Schatten!
98 + 99 + 1402 = ...
Het antwoord ligt het dichtst bij


23.

De banketbakker heeft 75 kilogram banketstaaf.
Hoeveel stukken van 15 cm kan hij daaruit halen?


24.

25% van alle dieren uit een dierentuin zijn vogels.
Dat betekent dat...


25.

Welke wekker geeft de juiste tijd aan?

R512_6


26.

2,817 + 818 + 209,09 =


27.

Voor het bestraten van een parkeerplaats gebruiken de stratenmakers bij iedere 4 grijze tegels 5 rode tegels. Er worden 3200 grijze tegels besteld.
Hoeveel rode tegels moet men bestellen?


28.

Op het bord staat: 94726 - 5236 = 89490
Vier kinderen controleren het antwoord. Welke manier is goed?


29.

De verbouwing van onze school kostte 3,82 ton!
Wat kostte de verbouwing?


30.

5 liter melk kost € 7,50. 1 liter karnemelk kost € 1,20.
Wat betaal ik voor 10 liter melk en 2 liter karnemelk?


Aanbevolen bij deze toets:

Oefenen met rekenen voor groep 8

De Visual Steps-boeken

Direct aan de slag / Stap-voor-stapinstructies / Begrijpelijke inhoud