Skip to content

Oefenen met rekenen voor groep 7

Beantwoord de volgende 30 vragen en klik dan onder op de webpagina op Toets nakijken.

De toetsvragen:

1.

Bij de supermarkt op de hoek verkocht men de afgelopen maand 750 flessen cola. 20% daarvan was niet van het merk Coca Cola.
Hoeveel flessen waren er wel van Coca Cola?


2.

lijn

Welke breuk zet je bij de rode pijl?


3.

vakantielanden

Je ziet hier vier favoriete vakantielanden. Naar welk land gaan de meeste Nederlanders op vakantie?


4.

Oenburg ligt een eindje verderop. Je loopt er heen in nog geen uur.
De afstand naar Oenburg is ongeveer ...


5.

4200 : 600 =


6.

De familie Feenstra gaat tijdens hun vakantie een paar dagen fietsen. Ze fietsen 16, 15, 19, 22, 24, 12 en 18 km.
Hoeveel is dat gemiddeld?


7.

Steven, Jan, Piet, Henk, Frans en Karel mogen samen 73 knikkers verdelen.
Hoeveel knikkers blijven er over?


8.

3 van de 7 koffiedrinkers drinkt de koffie zwart. In restaurant De Bruine Keet werden vorige week 140 kopjes koffie geserveerd.
Hoeveel werden er zwart gedronken?


9.

gewichtsmaten

2250 hg = ...


10.

0,48 : 8 =


11.

In welk kwartaal valt 25 november?


12.

We vertrokken om 15:33 uur. De reis duurt 3 uur en 45 minuten.
Hoe laat kwamen we aan?


13.

50 x 200 =


14.

In veel supermarkten vinden ze deze muntjes maar lastig. Daarom gebruiken ze die liever niet. In plaats daarvan ronden ze de bedragen af op stuivers. De klant betaalt dan soms iets te veel, of soms iets te weinig. Op mijn kassabon staat € 73,88.
Wat moet ik betalen?


15.

Welke breuk past bij 20%?


16.

4647 - 4746 - 4467 - 4764
Welk van deze vier getallen ligt het dichtst bij 4761?


17.

De keukendeur is 8 ... breed.
Kies de juiste maat.


18.

394 958 - 394 985 - 394 589 - 394 859
Zet de getallen in volgorde van groot naar klein.


19.

weegschaal

Welk gewicht wijst de weegschaal aan?


20.

(4 x 1,5) – (2 x 1,7) =


21.

Als ik van 100 tientallen 3 honderdtallen aftrek, hoeveel tientallen houd ik dan over?


22.

Op de kassabon staat € 1,56. Moeder geeft € 2.
Wat krijgt ze terug?


23.

7 van de 20 televisiekijkers zapt elke avond langs alle zenders.
Hoeveel procent is dat?


24.

Als ik de oppervlakte meet van de afstandsbediening van de tv, gebruik ik ...


25.

Het Engelse pond is € 1,34 waard.
De Amerikaans dollar is € 0,68 waard. Pieter gaat een half jaar naar de Verenigde Staten. Hij koopt voor € 75 aan dollars.
Hoeveel dollars krijgt hij?


26.

vergelijken

Je ziet een grilloven en een wafelijzer. Wat kun je van deze twee figuren zeggen, als je ze met elkaar vergelijkt?


27.

Schrijf 0,2 als breuk.


28.

Een treinkaartje van Aardenstein naar Vlugburgh kost € 46.
De afstand is 220 km.
Wat kost de reis per km? Rond je antwoord af.


29.

Negenennegentig miljoen
Schrijf in cijfers.


30.

tijd_digitaal_9

Hoe laat is het op deze klok?


Aanbevolen bij deze toets:

Oefenen met rekenen voor groep 7

De Visual Steps-boeken

Direct aan de slag / Stap-voor-stapinstructies / Begrijpelijke inhoud