Skip to content

Oefenen met rekenen voor groep 7

Beantwoord de volgende 30 vragen en klik dan onder op de webpagina op Toets nakijken.

De toetsvragen:

1.

Janneke heeft een krantenwijk. Ze verdiende vorig jaar € 1000. Dit jaar is het aantal abonnees afgenomen. Ze verdient daarom ook minder. De inkomsten daalden met 7%.
Wat verdient ze dit jaar?


2.

Het Engelse pond is € 1,34 waard.
De Amerikaans dollar is € 0,68 waard. Pieter gaat een half jaar naar de Verenigde Staten. Hij koopt voor € 75 aan dollars.
Hoeveel dollars krijgt hij?


3.

auto

Wat is het verschil tussen het aantal verkochte Toyota’s en het aantal verkochte Volkswagens?


4.

7 van de 20 televisiekijkers zapt elke avond langs alle zenders.
Hoeveel procent is dat?


5.

In onze keuken komt een nieuw aanrechtblad.
Wat moet de keukenboer berekenen als hij wil weten hoe groot het blad moet zijn?


6.

Vorig jaar was de gemiddelde temperatuur in Dokburg 15 ºC. Dit jaar was er een stijging van 20%.
Wat is nu de gemiddelde temperatuur?


7.

In onze straat staan een aantal personenauto’s. Ferdinand wil weten wat deze auto’s gemiddeld waard zijn.
Wat moet hij daarvoor weten?


8.

Een weekje dierentuin.

dierentuin

Hoeveel bezoekers waren er deze week?


9.

Tijdens een huis-aan-huisactie hebben we geld opgehaald voor de buurtvereniging. We wisselen na afloop 750 munten van 10 eurocent in bij de bank.
Wat krijgen we terug?


10.

In welk kwartaal valt 25 november?


11.

bouwsel

Welke plattegrond past bij dit bouwsel?


12.

- 0,48 - - 0,35
Welke van deze getallen zijn evenveel waard?


13.

48 x 75 =


14.

In veel supermarkten vinden ze deze muntjes maar lastig. Daarom gebruiken ze die liever niet. In plaats daarvan ronden ze de bedragen af op stuivers. De klant betaalt dan soms iets te veel, of soms iets te weinig. Op mijn kassabon staat € 73,88.
Wat moet ik betalen?


15.

3 van de 7 koffiedrinkers drinkt de koffie zwart. In restaurant De Bruine Keet werden vorige week 140 kopjes koffie geserveerd.
Hoeveel werden er zwart gedronken?


16.

30,05
Wat is het verschil tussen de 3 en de 5?


17.

tegels

Vader heeft een kleine kas achter in de tuin. Naar die kas loopt een tegelpad. Dat pad is 40 tegels lang.
Hoeveel tegels liggen er op het pad?


18.

(4 x 1,5) – (2 x 1,7) =


19.

Steven, Jan, Piet, Henk, Frans en Karel mogen samen 73 knikkers verdelen.
Hoeveel knikkers blijven er over?


20.

Kies de goede maat.
Als ik de inhoud van een blikje bier wil meten, gebruik ik ...


21.

stad

Als een centimeter in het echt 50 meter is, wat is dan ongeveer de afstand van de eerste naar de laatste rode pijl?


22.

Tijdens de vakantie bezoeken we een aantal musea.
Vader betaalt per museum € 2,65 + € 6,95 + € 12,50 + € 4,50.
Dat is samen ongeveer ...


23.

Negenennegentig miljoen
Schrijf in cijfers.


24.

gewichtsmaten

2250 hg = ...


25.

vergelijken

Je ziet een grilloven en een wafelijzer. Wat kun je van deze twee figuren zeggen, als je ze met elkaar vergelijkt?


26.

Welke breuk past bij 20%?


27.

oppervlaktematen

16 dm² = ...


28.

Transformeren_7a

Welke van deze figuren hebben dezelfde vorm?


29.

weegschaal

Welk gewicht wijst de weegschaal aan?


30.

De keukendeur is 8 ... breed.
Kies de juiste maat.


Aanbevolen bij deze toets:

Oefenen met rekenen voor groep 7

De Visual Steps-boeken

Direct aan de slag / Stap-voor-stapinstructies / Begrijpelijke inhoud