Skip to content

Oefenen met taal voor groep 7

Beantwoord de volgende 30 vragen en klik dan onder op de webpagina op Toets nakijken.

De toetsvragen:

1.

In welke zin staat een verkeerd gespeld woord?


2.

In welke zin staat een verkeerd gespeld woord?


3.

Welke van de scheefgedrukte woorden is niet de persoonsvorm?


4.

In welke zin wordt het scheefgedrukte woord verkeerd gebruikt?


5.

Drie dagen na zijn trouwdag stapte Jan op de loodsboot voor zijn eerste dienst als loods en met een zekere trots keek hij naar het bord aan de wand in het stuurhuis, want naast de namen van de andere loodsen prijkte hierop nu zijn vers geschilderde naambordje: Jan Prins.
Het stond nummer drie van boven in de rij.
Twee loodsen zouden hem nog voorgaan; dan zou hij in de jol stappen om naar de boot gebracht te worden, die hij dan de haven zou moeten binnenbrengen, voor het eerst alleen.
Hij ging naar kooi, maar sliep onrustig.
Als het druk werd, zou hij deze nacht nog aan bod komen.
Hij hoorde de jol strijken, eenmaal, andermaal.
Twee loodsen waren dus weggebracht; nu stond hij nummer een.
Weer sliep hij in.
Op een gegeven moment schrok hij wakker, hij was opgeroepen.

Wat is in deze tekst een loods?


6.

In welke zin staat een verkeerd gespeld woord?


7.

In welke zin staat een verkeerd gespeld woord?


8.

In welke zin staat een verkeerd gespeld woord?


9.

In welke zin staat een verkeerd gespeld woord?


10.

In welke zin staat een verkeerd gespeld woord?


11.

Als ik het koud heb doe ik een warme trui aan.
Thuis doen we dan de houtkachel aan.
Een aangename temperatuur op school is 19 of 20 graden.
Zelf heb ik nooit last van kou en warmte op school.
Ik heb er een grote hekel aan als ik het koud heb.
Dat vind ik nog vervelender dan te warm.
Als je te koud bent ga je snotteren en op het laatst word je verkouden.

Voor wie is deze tekst geschreven?


12.

1. De grootste vogel ter wereld is de struisvogel.
2. Het is een loopvogel.
3. Struisvogeleieren zijn de grootste eieren ter wereld.
4. Een struisvogelei weegt ongeveer 1,5 kilo en is wel 25 keer zo groot als een gewoon kippenei.
5. In Afrika worden lege struisvoge leieren ook gebruikt om water op te slaan om later op te drinken.
6. Vroeger werden veren van de struisvogel door deftige dames gebruikt om hun uiterlijk  te verfraaien.
7. Gelukkig is dat nu voorbij.

Wat is waar over feit en mening?


13.

Juf maakt altijd grapjes. Ik moet er altijd vreselijk om lachen. Juf zegt dan: ’Als die jongen lacht, moet ik ook lachen.’ Maar als juf dat zegt, moet ik daar weer om lachen. En dat vindt juf leuk. Welke uitspraak past het beste bij deze tekst?


14.

In welke zin wordt het scheefgedrukte woord verkeerd gebruikt?


15.

Welke van de scheefgedrukte woorden is niet de persoonsvorm?


16.

In welke zin staat een verkeerd gespeld woord?


17.

1. Steeds meer mensen winkelen achter de computer.
2. Het kopen via internet is het afgelopen jaar gestegen met bijna veertig procent ten opzichte van een jaar eerder.
3. Dat zegt de organisatie voor thuiswinkels.
4. Afgelopen jaar kochten 7,3 miljoen mensen iets via internet, onder meer reizen, computers of software.

In welke zin(nen) vind je de belangrijkste informatie?


18.

In welke zin staat een verkeerd gespeld woord?


19.

In welke zin staat een verkeerd gespeld woord?


20.

In welke zin staat een verkeerd gespeld woord?


21.

In welke zin wordt het scheefgedrukte woord verkeerd gebruikt?


22.

Het was hartje zomer; de zon scheen hoog boven de uitgestrekte bossen en dwong alle bewoners van de camping de schaduw op te zoeken.
Wiebe en Peter - tijdelijk buurjongens - kwamen net uit het zwembad.
In hun zwembroek liepen ze langs het publicatiebord, dat aan de muur van de recreatiezaal hing.
Ze lazen: ’Vanavond dropping voor jongens en meisjes van 16 jaar en ouder. 22.30 uur verzamelen bij het administratiegebouw. Opgeven bij de kampleiding.’
Wiebe en Peter hadden best zin om mee te doen en gingen zich opgeven bij de kampleider.
’s Avonds om half elf - het duurde lang voordat het donker was - kwam een gesloten vrachtauto de camping oprijden.
De jongens en meisjes stapten achterin de grote auto, de deuren gingen dicht en men vertrok 5 minuten later met 26 deelnemers.
In de vrachtauto was het aardedonker.
Alleen door de ventilatieroosters in het dak vielen zo nu en dan lichtstralen van een straatlantaarn.
Na een half uur rijden moesten de eerste mensen de auto verlaten.

Uit dit verhaaltje blijkt dat...


23.

In het boekje staan veel tips.
Wat moet je bijvoorbeeld doen als je een slang ziet?
In Nederland zal dat niet zo gauw gebeuren.
Maar het kan hier wel bliksemen.
En wat doe je dan?
En hoe verlaat je een brandend huis?
Als je in een brandend gebouw bent, moet je er zo snel mogelijk uit.
Ga dus niet op zoek naar waardevolle spullen.
Als het erg rokerig is, moet je gaan kruipen.

Welk antwoord geeft de inhoud van deze tekst het beste weer?


24.

In het boekje staan veel tips.
Wat moet je bijvoorbeeld doen als je een slang ziet?
In Nederland zal dat niet zo gauw gebeuren.
Maar het kan hier wel bliksemen.
En wat doe je dan?
En hoe verlaat je een brandend huis?
Als je in een brandend gebouw bent, moet je er zo snel mogelijk uit.
Ga dus niet op zoek naar waardevolle spullen.
Als het erg rokerig is, moet je gaan kruipen.
Het is overigens wel verstandig het boek meteen te gaan lezen.
Als er iets gevaarlijks gebeurt, heb je daar geen tijd meer voor!

Wat leer je uit dit verhaal?


25.

In welke zin staat een verkeerd gespeld woord?


26.

Crista vindt het een mooie titel, en een verhaal dat echt gebeurd kan zijn.
Het gaat over Promise, die surfer wil worden.
Als zijn moeder ziek wordt, gaat hij bij oma wonen.
Maar daar kan hij niet surfen.
Tot hij met kerst een belangrijke wedstrijd wint.

Wat wil de schrijver van deze tekst zeggen?


27.

In welke zin staat een verkeerd gespeld woord?


28.

Welke van de scheefgedrukte woorden is niet de persoonsvorm?


29.

In welke zin wordt het scheefgedrukte woord verkeerd gebruikt?


30.

In welke zin wordt het scheefgedrukte woord verkeerd gebruikt?


Aanbevolen bij deze toets:

Oefenen met taal voor groep 7

De Visual Steps-boeken

Direct aan de slag / Stap-voor-stapinstructies / Begrijpelijke inhoud