Skip to content
Twitter
Facebook
Home
Over de auteur
Nog meer voor kinderen
Toetsen
Contact
Oefenen met studievaardigheden voor groep 7
Beantwoord de volgende 30 vragen en klik dan onder op de webpagina op
Toets nakijken
.
De toetsvragen:
1.
Je wil de betekenis van het scheefgedrukte woord in de onderstaande zin opzoeken in het woordenboek. Bij welk woord moet je zijn?
Gelukkig pasten we wel met zijn zessen in het
fietstaxietje
.
fietstaxi
taxi
taxiën
2.
1. Als de klok een uurtje wordt teruggezet, zijn er op de dag erna minder hartaanvallen dan normaal.
2. Volgens Zweedse onderzoekers komt dat omdat het uurtje meer er voor zorgt dat de mensen voor een keer langer slapen.
3. Helaas is het omgekeerde ook waar.
4. Als de klok een uur vooruit wordt gezet, zijn er meer hartaanvallen...
5. Dat zou dan moeten komen omdat ze een uur slaap tekort komen.
Welke reactie past bij de uitspraken in regel 3 en 5?
Korter slapen vermindert de kans op een hartaanval; zou best kunnen!
Langer of korter slapen beïnvloedt de kans op een hartaanval; zou best kunnen!
Langer slapen vergroot de kans op een hartaanval; zou best kunnen!
3.
Deze tabel laat de behaalde punten per maand zien van de Kunstrijclub De Elegante Schaats. Wie heeft de minste punten behaald in de maand februari?
Nadya
Corine
Diana
4.
Hieronder zie je het aantal mensen dat in de kerstvakanties naar een zonbestemming ging, het aantal mensen dat naar een winterbestemming ging en het aantal mensen dat een stedentrip ging doen. In welk jaar gingen er meer mensen op stedentrip dan naar een zonbestemming?
2007
Geen enkel jaar.
2008
5.
Hieronder zie je een schema over vruchten. Wat zijn geen bosvruchten?
mandarijnen
bramen
frambozen
6.
Welke titel zou deze grafiek kunnen hebben?
Katten en andere dieren
Dierenrassen in Nederland
Huisdierenbezit in Amsterdam
7.
1. Ik heb een husky-tocht gemaakt.
2. Die honden deugen écht niet!
3. Ze willen alleen maar vooruit en sneller en ze hebben geen aan- of uitknop.
4. Terwijl we als groep bezig waren ons voor te bereiden op de tocht, bonden we daarom de sleeën met touwen aan de bomen.
5. Enthousiaste beesten!
6. Maar het was super!
7. Ik heb zelf zo`n slee bestuurd en dat is heel cool.
8. En ik heb weer prachtige Lapse landschappen gezien.
Wat is waar?
In regel 1 staat een mening; in regel 6 staat een feit.
In regel 4 staat een mening; in regel 5 staat een feit.
In regel 2 staat een mening; in regel 1 staat een feit.
8.
Op basisschool De Wildebras wordt er een activiteitenmiddag georganiseerd voor de groepen 6, 7 en 8. Deze grafiek geeft aan welke activiteiten de kinderen per groep gaan doen. De blauwe lijnen zijn voor groep 8, de roze voor groep 7 en de gele voor groep 6. Welke bewering is
niet
waar?
In groep 7 gaan de meeste kinderen schminken.
In groep 8 is een speurtocht meer in trek dan in groep 6.
In groep 6 gaan de meeste kinderen timmeren.
9.
Hieronder staan vier woorden. Welk woord zou jij vooraan zetten als je let op de alfabetische volgorde?
gehakt
geeuw
gewoon
10.
Deze grafiek geeft aan hoe de kinderen van basisschool De Toren naar school komen. Hoeveel kinderen komen er met het openbaar vervoer?
80
30
50
11.
Deze grafiek geeft aan hoeveel klanten gemiddeld per dag bij schoenenwinkel ’t Laarsje komen.
Welke conclusie kun je niet trekken uit deze grafiek?
Op zaterdag zijn de kaplaarzen in de aanbieding.
Op zondag en maandag is de winkel dicht.
Zaterdag is de drukste dag van de week.
12.
De schilder Rembrandt van Rijn is vooral bekend geworden door zijn schilderij de Nachtwacht, dat in Het Rijksmuseum in Amsterdam hangt. Maar hij heeft natuurlijk nog meer geschilderd. Je wilt meer weten over andere schilderijen van deze schilder.
Onder welk woord moet je in de encyclopedie kijken?
Rembrandt
Nachtwacht
Rijksmuseum
13.
In haar werkstuk over de blindheid maakt Anna onderstaande inhoudsopgave. Waar in het werkstuk vind je dat blindheid kan ontstaan doordat de oogzenuw verlamt?
Oorzaken.
Hulpmiddelen.
Omschrijving van de ziekte.
14.
Deze grafiek laat zien uit welke plaatsen de kinderen van het Fons Vitae Lyceum in Amsterdam komen.
Cas zegt: ’Meer dan de helft van de kinderen komt uit Amsterdam.’
Imke zegt: ’De minste kinderen van onze school komen uit Ilpendam.’
Wie heeft gelijk?
Geen van beiden.
Alleen Cas.
Alleen Imke.
15.
Al het materiaal dat snel zijn vorm terugkrijgt nadat het door een kracht is uitgerekt, gebogen of ingedrukt, is geschikt om als een veer te dienen.
Deze eigenschap wordt elasticiteit genoemd.
Veerkrachtig materiaal ontleent zijn elasticiteit aan het evenwicht dat heerst tussen de aantrekkings- en afstootkrachten die de atomen of moleculen van het materiaal bijeenhouden.
Veren hebben verschillende vormen; schroefveren, bladveren en spiraalveren zijn de bekendste.
Welke samenvatting is volgens jou de beste?
Doordat atomen en moleculen elkaar even sterk aantrekken als afstoten, kunnen materialen veerkrachtig zijn.
Veren kunnen bestaan omdat metaal onbuigbaar is.
Elasticiteit is heel wat anders dan veerkracht.
16.
Harm wil het telefoonnummer weten van zijn favoriete voetballer Rasmus Elm van AZ Alkmaar. Hij weet dat deze in Alkmaar woont en hij weet ook in welke straat.
Waar moet Harm kijken, als hij in het telefoonboek de pagina’s van Alkmaar heeft gevonden?
Bij de A om AZ Alkmaar te zoeken.
Bij de R om Rasmus te zoeken.
Bij de E om Elm te zoeken.
17.
Je ziet een stadsplattegrond van Parijs. Welke omschrijving past het best bij Parijs en omgeving op grond van deze plattegrond?
Parijs wordt omringd door bossen. In het centrum van Parijs ligt een meer.
Door Parijs loopt een rivier, in de stad zijn een aantal parken en vlak bij Parijs liggen twee grote bossen.
In het centrum van Parijs ligt een meer en in de stad zijn een aantal parken.
18.
Je ziet twee kaarten van Nederland. Een kaart met de spoorlijnen en een gewone kaart. Nederland kent de zogenaamde kopstations. Dit zijn stations waar de spoorrails ophoudt en de trein dus aan het einde weer terug moet. Waar in Nederland zou een dergelijk kopstation kunnen liggen?
Zoetermeer
Zeist
Den Helder
19.
Hieronder zie je een grafiek van het aantal fietsers in een aantal steden in Nederland.
Dries zegt: ’In Nijmegen rijden er 123 000 fietsers rond.’
Johan zegt: ’In Utrecht rijden er meer fietsers rond dan in Amsterdam.’
Wie heeft er gelijk?
Beiden.
Alleen Johan.
Alleen Dries.
20.
Je ziet een kaart van een stukje van Zuid-Spanje en Noord-Afrika.
Pilar gaat reizen van Algeciras naar Tarifa.
Deze weg is op de kaart ongeveer 5,5 cm.
De schaal van de kaart is 1 : 1 000 000.
Hoeveel km moet Pilar ongeveer afleggen?
55 km
10 km
155 km
21.
Je ziet de kaart van het eiland Malta.
Waar ligt de plaats Zurrieq?
In het zuidoosten van het eiland.
In het zuidwesten van het eiland.
In het noordoosten van het eiland.
22.
Je ziet twee kaarten van België: een kaart met de indeling in gewesten en provincies en een kaart die aangeeft uit welke periode de grondsoorten komen. In welke provincie stamt de bodem uit het pleistoceen?
Luxemburg
Henegouwen
Antwerpen
23.
Met behulp van een endoscoop kan een arts in je lichaam kijken zonder een snede te maken.
Een smalle slang wordt via een lichaamsholte, zoals de keel, ingebracht.
Lichtbuisjes met glasvezels transporteren licht door de bochten van de slang en verlichten het binnenste van het lichaam.
De endoscoop bevat ook lucht- en waterbuisjes en een buis waardoor chirurgische instrumenten kunnen worden ingebracht.
Welk uittreksel is volgens jou het beste?
Een endoscoop bevat lucht- en waterbuisjes en een buis waardoor chirurgische instrumenten kunnen worden ingebracht.
Met een endoscoop kan een chirurg opereren zonder een wond in het lichaam te maken.
Een endoscoop is een smalle slang die via een lichaamsholte in je lichaam wordt gebracht. De endoscoop bevat verlichting, lucht- en waterbuisjes en een buis waardoor kleine instrumenten kunnen worden ingebracht.
24.
Gedurende zijn leven verliest elke vogel veren en krijgt er weer nieuwe bij.
Dit staat bekend als de rui.
De nieuwe veren kunnen dezelfde kleur hebben als de oude, maar kunnen ook verschillen.
Sommige vogels krijgen felgekleurde veren tijdens de broedperiode.
Andere veranderen een paar maal per jaar van kleur om zich aan hun omgeving aan te passen.
Zo krijgt een vrouwtjessneeuwhoen gestreepte veren om haar te camoufleren als ze op haar nest zit.
Wat is volgens jou de hoofdgedachte van deze tekst?
Een vrouwtjessneeuwhoen krijgt gestreepte veren om haar te camoufleren als ze op haar nest zit.
Sommige vogels krijgen felgekleurde veren tijdens de broedperiode.
De rui is het verschijnsel dat elke vogel veren verliest en er weer nieuwe bij krijgt.
25.
Krokodillen en alligators
Deze vervaarlijke carnivoren zijn aangepast aan het leven in het water en op het land.
Meestal liggen ze onder water te loeren op prooien, met hun ogen en neusgaten boven water, maar met de rest van hun lichaam eronder.
Zodra ze hun prooi hebben beetgepakt, scheuren ze er een stuk af door hard te bijten en dan plotseling rond te draaien.
Welke aantekeningen geven de inhoud het beste weer?
Krokodillen en alligators: leven in water / op land - loeren onder water op prooi - ogen en neusgaten boven water.
Krokodillen en alligators: carnivoren - loeren onder water op prooi - bijten en draaien om prooi in stukken te scheuren.
Krokodillen en alligators: leven in water / op land - loeren onder water op prooi - bijten en draaien om prooi in stukken te scheuren.
26.
Haarvaten zijn hele kleine nauwe bloedvaten.
Hun zachte wanden zijn maar één cel dik.
Hierdoor kunnen zuurstof en voedingsstoffen gemakkelijk naar andere cellen in je lichaam stromen, waar ze nodig zijn.
Afvalstoffen gaan makkelijk van de cellen je bloed in om te worden weggebracht.
Wanneer is deze tekst bruikbaar?
Deze tekst is bruikbaar als je iets wilt weten over de voedselvoorziening van je lichaam.
Deze tekst is bruikbaar als je iets wilt weten over de werking van haarvaten.
Deze tekst is bruikbaar als je iets wilt weten over de werking van zachte wanden.
27.
Hieronder zie je een schema over verschillende talenfamilies. Welke uitspraak klopt niet?
Roemeens en Russisch behoren tot dezelfde talenfamilie.
Frans en Spaans behoren tot dezelfde talenfamilie.
Pools en Duits behoren tot andere talenfamilies.
28.
Bekijk de grafiek. Welke uitspraak is waar?
De meeste mensen gaan in de auto naar het werk.
De meeste mensen gaan lopend naar het werk.
De meeste mensen gaan op de fiets naar het werk.
29.
Je ziet een kaart van het eiland Lanzarote.
Hoe diep is de zee waar het bootje vaart?
2000 - 4000 meter.
Meer dan 6500 meter.
50 - 200 meter.
30.
Je ziet een kaart van een stukje van de Franse Rivièra. De letters en getallen geven de kaartvakken aan. In welk kaartvak ligt de stad Nice?
A3
B2
A2
Toets nakijken
Aanbevolen bij deze toets:
De Visual Steps-
boeken
Direct aan de slag
/
Stap-voor-stapinstructies
/
Begrijpelijke inhoud
Productoverzicht