Skip to content
Twitter
Facebook
Home
Over de auteur
Nog meer voor kinderen
Toetsen
Contact
Oefenen met studievaardigheden voor groep 7
Beantwoord de volgende 30 vragen en klik dan onder op de webpagina op
Toets nakijken
.
De toetsvragen:
1.
Je ziet een schema over sterren en hun helderheid. Hoe lager het getal, hoe helderder de ster.
Wat weet je nu?
Hoe hoger op het lijstje, hoe zwakker de ster.
De sterren staan weergegeven van boven naar beneden in afnemende helderheid.
De sterren staan weergegeven van boven naar beneden in toenemende helderheid.
2.
Je ziet twee kaarten van Nederland. Een kaart met de spoorlijnen en een gewone kaart. Nederland kent de zogenaamde kopstations. Dit zijn stations waar de spoorrails ophoudt en de trein dus aan het einde weer terug moet. Waar in Nederland zou een dergelijk kopstation kunnen liggen?
Zoetermeer
Den Helder
Zeist
3.
Hieronder zie je een schema over vruchten. Wat zijn geen bosvruchten?
bramen
mandarijnen
frambozen
4.
Welke titel zou deze grafiek kunnen hebben?
Huisdierenbezit in Amsterdam
Dierenrassen in Nederland
Katten en andere dieren
5.
Deze grafiek laat zien uit welke plaatsen de kinderen van het Fons Vitae Lyceum in Amsterdam komen.
Cas zegt: ’Meer dan de helft van de kinderen komt uit Amsterdam.’
Imke zegt: ’De minste kinderen van onze school komen uit Ilpendam.’
Wie heeft gelijk?
Geen van beiden.
Alleen Cas.
Alleen Imke.
6.
Je ziet een stadsplattegrond van Parijs. Welke omschrijving past het best bij Parijs en omgeving op grond van deze plattegrond?
In het centrum van Parijs ligt een meer en in de stad zijn een aantal parken.
Parijs wordt omringd door bossen. In het centrum van Parijs ligt een meer.
Door Parijs loopt een rivier, in de stad zijn een aantal parken en vlak bij Parijs liggen twee grote bossen.
7.
Haarvaten zijn hele kleine nauwe bloedvaten.
Hun zachte wanden zijn maar één cel dik.
Hierdoor kunnen zuurstof en voedingsstoffen gemakkelijk naar andere cellen in je lichaam stromen, waar ze nodig zijn.
Afvalstoffen gaan makkelijk van de cellen je bloed in om te worden weggebracht.
Wanneer is deze tekst bruikbaar?
Deze tekst is bruikbaar als je iets wilt weten over de werking van haarvaten.
Deze tekst is bruikbaar als je iets wilt weten over de werking van zachte wanden.
Deze tekst is bruikbaar als je iets wilt weten over de voedselvoorziening van je lichaam.
8.
1. Als de klok een uurtje wordt teruggezet, zijn er op de dag erna minder hartaanvallen dan normaal.
2. Volgens Zweedse onderzoekers komt dat omdat het uurtje meer er voor zorgt dat de mensen voor een keer langer slapen.
3. Helaas is het omgekeerde ook waar.
4. Als de klok een uur vooruit wordt gezet, zijn er meer hartaanvallen...
5. Dat zou dan moeten komen omdat ze een uur slaap tekort komen.
Welke reactie past bij de uitspraken in regel 3 en 5?
Korter slapen vermindert de kans op een hartaanval; zou best kunnen!
Langer slapen vergroot de kans op een hartaanval; zou best kunnen!
Langer of korter slapen beïnvloedt de kans op een hartaanval; zou best kunnen!
9.
Al het materiaal dat snel zijn vorm terugkrijgt nadat het door een kracht is uitgerekt, gebogen of ingedrukt, is geschikt om als een veer te dienen.
Deze eigenschap wordt elasticiteit genoemd.
Veerkrachtig materiaal ontleent zijn elasticiteit aan het evenwicht dat heerst tussen de aantrekkings- en afstootkrachten die de atomen of moleculen van het materiaal bijeenhouden.
Veren hebben verschillende vormen; schroefveren, bladveren en spiraalveren zijn de bekendste.
Welke samenvatting is volgens jou de beste?
Veren kunnen bestaan omdat metaal onbuigbaar is.
Doordat atomen en moleculen elkaar even sterk aantrekken als afstoten, kunnen materialen veerkrachtig zijn.
Elasticiteit is heel wat anders dan veerkracht.
10.
Je ziet een kaart van een stukje van Zuid-Spanje en Noord-Afrika.
Pilar gaat reizen van Algeciras naar Tarifa.
Deze weg is op de kaart ongeveer 5,5 cm.
De schaal van de kaart is 1 : 1 000 000.
Hoeveel km moet Pilar ongeveer afleggen?
10 km
55 km
155 km
11.
Op basisschool De Wildebras wordt er een activiteitenmiddag georganiseerd voor de groepen 6, 7 en 8. Deze grafiek geeft aan welke activiteiten de kinderen per groep gaan doen. De blauwe lijnen zijn voor groep 8, de roze voor groep 7 en de gele voor groep 6. Welke bewering is
niet
waar?
In groep 8 is een speurtocht meer in trek dan in groep 6.
In groep 6 gaan de meeste kinderen timmeren.
In groep 7 gaan de meeste kinderen schminken.
12.
Deze grafiek geeft aan hoe de kinderen van basisschool De Toren naar school komen. Hoeveel kinderen komen er met het openbaar vervoer?
30
80
50
13.
1. Ik heb een husky-tocht gemaakt.
2. Die honden deugen écht niet!
3. Ze willen alleen maar vooruit en sneller en ze hebben geen aan- of uitknop.
4. Terwijl we als groep bezig waren ons voor te bereiden op de tocht, bonden we daarom de sleeën met touwen aan de bomen.
5. Enthousiaste beesten!
6. Maar het was super!
7. Ik heb zelf zo`n slee bestuurd en dat is heel cool.
8. En ik heb weer prachtige Lapse landschappen gezien.
Wat is waar?
In regel 4 staat een mening; in regel 5 staat een feit.
In regel 2 staat een mening; in regel 1 staat een feit.
In regel 1 staat een mening; in regel 6 staat een feit.
14.
Bekijk de grafiek. Welke uitspraak is waar?
De meeste mensen gaan in de auto naar het werk.
De meeste mensen gaan lopend naar het werk.
De meeste mensen gaan op de fiets naar het werk.
15.
Hieronder staan vier woorden. Welk woord zou jij vooraan zetten als je let op de alfabetische volgorde?
gewoon
gehakt
geeuw
16.
Roos heeft nog nooit een postcode opgezocht op internet. Om de postcode te kunnen vinden van een bepaald persoon op internet, heb je nodig: de straatnaam, het huisnummer en de plaatsnaam.
Roos moet van 4 mensen de postcode opzoeken:
1: van Annemarie Elberts op de Grote Markt in Rotterdam
2: van Ans op de Schiedammerweg 3 in Enschede
3: van Bodil Mandema op de Kruisstraat 35 in Eindhoven
4: van Jans op de Denekampseweg 17 in Zutphen
Van wie heeft zij niet genoeg gegevens om de postcode op te zoeken?
Ans
Jans
Annemarie
17.
Kijk goed naar onderstaande tabel. Welke skigebieden hebben minder rode pistes dan blauwe pistes?
Alle skigebieden behalve Alpen en IJsvlakte.
Geen enkel skigebied.
Alleen skigebied Alpen.
18.
Hieronder zie je een schema over verschillende talenfamilies. Welke uitspraak klopt niet?
Pools en Duits behoren tot andere talenfamilies.
Roemeens en Russisch behoren tot dezelfde talenfamilie.
Frans en Spaans behoren tot dezelfde talenfamilie.
19.
Je ziet een kaart van een stukje van de Franse Rivièra. De letters en getallen geven de kaartvakken aan. In welk kaartvak ligt de stad Nice?
A3
A2
B2
20.
Je ziet drie kaarten van Europa. Je wilt weten welke soorten begroeiing er in Europa voorkomen. Welke kaart ga je gebruiken?
Kaart 1
Kaart 3
Kaart 2
21.
Stekelhuidigen zijn de enige dieren die van elk lichaamsdeel vijf stuks hebben.
Ze hebben een harde, kalkachtige buitenkant die bedekt kan zijn met stekels.
Stekelhuidigen bewegen zich voort met honderden, met vloeistof gevulde ’kanaalvoetjes’.
Ze worden alleen in zee aangetroffen.
Tot deze familie behoren de slangsterren, zeesterren, zee-egels en zeekomkommers.
De meeste leven in ondiep water, maar de slangster leeft op de diepzeebodem.
Er bestaan zo’n 6500 soorten stekelhuidigen en ze worden in alle wereldzeeën aangetroffen.
Zeesterren zijn meestal vleeseters, maar andere stekelhuidigen eten kleine plantjes en voedseldeeltjes die naar de zeebodem zinken.
Welke vraag past volgens jou het beste bij deze tekst?
Hoe bewegen stekelhuidigen zich voort?
Hoe ziet het lichaam van stekelhuidigen er uit en hoe leven ze?
Waar leven stekelhuidigen?
22.
Op basisschool De Dalton wordt er een activiteitenmiddag georganiseerd voor de groepen 5, 6, 7 en 8. Deze grafiek geeft aan welke activiteiten de kinderen per groep gaan doen. De lichtblauwe lijnen zijn voor groep 5, de donkerblauwe voor groep 6, de roze voor groep 7 en de gele voor groep 8.
Welke activiteiten zijn in groep 5 minder populair dan in de andere 3 groepen?
toneel en muziek
koken en toneel
pottenbakken en toneel
23.
Je ziet de kaart van het eiland Malta.
Waar ligt de plaats Zurrieq?
In het zuidoosten van het eiland.
In het zuidwesten van het eiland.
In het noordoosten van het eiland.
24.
In haar werkstuk over de blindheid maakt Anna onderstaande inhoudsopgave. Waar in het werkstuk vind je dat blindheid kan ontstaan doordat de oogzenuw verlamt?
Oorzaken.
Hulpmiddelen.
Omschrijving van de ziekte.
25.
Je ziet twee kaarten van België: een kaart met de indeling in gewesten en provincies en een kaart die aangeeft uit welke periode de grondsoorten komen. In welke provincie stamt de bodem uit het pleistoceen?
Luxemburg
Antwerpen
Henegouwen
26.
Krokodillen en alligators
Deze vervaarlijke carnivoren zijn aangepast aan het leven in het water en op het land.
Meestal liggen ze onder water te loeren op prooien, met hun ogen en neusgaten boven water, maar met de rest van hun lichaam eronder.
Zodra ze hun prooi hebben beetgepakt, scheuren ze er een stuk af door hard te bijten en dan plotseling rond te draaien.
Welke aantekeningen geven de inhoud het beste weer?
Krokodillen en alligators: leven in water / op land - loeren onder water op prooi - bijten en draaien om prooi in stukken te scheuren.
Krokodillen en alligators: leven in water / op land - loeren onder water op prooi - ogen en neusgaten boven water.
Krokodillen en alligators: carnivoren - loeren onder water op prooi - bijten en draaien om prooi in stukken te scheuren.
27.
Je wil de betekenis van het scheefgedrukte woord in de onderstaande zin opzoeken in het woordenboek. Bij welk woord moet je zijn?
Gelukkig pasten we wel met zijn zessen in het
fietstaxietje
.
fietstaxi
taxi
taxiën
28.
Deze grafiek geeft aan hoeveel klanten gemiddeld per dag bij schoenenwinkel ’t Laarsje komen.
Welke conclusie kun je niet trekken uit deze grafiek?
Op zaterdag zijn de kaplaarzen in de aanbieding.
Zaterdag is de drukste dag van de week.
Op zondag en maandag is de winkel dicht.
29.
Harm wil het telefoonnummer weten van zijn favoriete voetballer Rasmus Elm van AZ Alkmaar. Hij weet dat deze in Alkmaar woont en hij weet ook in welke straat.
Waar moet Harm kijken, als hij in het telefoonboek de pagina’s van Alkmaar heeft gevonden?
Bij de R om Rasmus te zoeken.
Bij de E om Elm te zoeken.
Bij de A om AZ Alkmaar te zoeken.
30.
De schilder Rembrandt van Rijn is vooral bekend geworden door zijn schilderij de Nachtwacht, dat in Het Rijksmuseum in Amsterdam hangt. Maar hij heeft natuurlijk nog meer geschilderd. Je wilt meer weten over andere schilderijen van deze schilder.
Onder welk woord moet je in de encyclopedie kijken?
Rijksmuseum
Nachtwacht
Rembrandt
Toets nakijken
Aanbevolen bij deze toets:
De Visual Steps-
boeken
Direct aan de slag
/
Stap-voor-stapinstructies
/
Begrijpelijke inhoud
Productoverzicht