Skip to content
Twitter
Facebook
Home
Over de auteur
Nog meer voor kinderen
Toetsen
Contact
Oefenen met leessommen (redactiesommen) voor groep 6
Beantwoord de volgende 30 vragen en klik dan onder op de webpagina op
Toets nakijken
.
De toetsvragen:
1.
Jurgen is te groot geworden voor zijn fiets. Zijn ouders kopen een nieuwe fiets voor Jurgen voor € 235,50. Hoe kunnen ze betalen?
4 x 50 euro, 1 x 20 euro, 1 x 10 euro, 1 x 5 euro en 1 x 50 eurocent
2 x 100 euro, 1 x 20 euro, 1 x 10 euro en 1 x 50 eurocent
5 x 50 euro, 1 x 20 euro, 1 x 10 euro, 1 x 5 euro en 1 x 50 eurocent
2.
Bram gaat op vakantie naar Frankrijk. Zijn vader heeft een wegenkaart gekocht met een schaal van 1:5 000 000 Hoeveel km is 1 cm op de kaart in het echt?
500 km
50 km
5000 km
3.
De moeder van Lois heeft een net sinaasappels gekocht van 3 kg. Hoeveel gram is dat?
30 000 g
30 g
3000 g
4.
Laurens gaat vanmiddag naar het verjaardagsfeest van zijn vriendin. Hij gaat eerst langs de bloemist om een mooie bos rode rozen te kopen. De rozen kosten € 9,75. Hoe kan Laurens betalen?
1 x 5 euro, 2 x 2 euro, 1 x 50 eurocent, 1 x 20 eurocent en 1 x 5 eurocent
1 x 5 euro, 1 x 2 euro, 1 x 50 eurocent, 1 x 20 eurocent en 1 x 5 eurocent
1 x 5 euro, 2 x 2 euro, 1 x 50 eurocent, 2 x 20 eurocent en 1 x 5 eurocent
5.
Susan gaat schoonmaken. Zij doet 7 liter water in een emmer. Hoeveel dl zit er in de emmer?
70 dl
700 dl
7 dl
6.
In de fles shampoo van Karin zit 300 ml. Hoeveel dl is dat?
30 dl
3 dl
300 dl
7.
Femke is jarig geweest en koopt bij de bakker twee taarten van € 7,30 per stuk. Hoe kan Femke betalen?
1 x 10 euro, 2 x 2 euro, 1 x 50 eurocent en 1 x 10 eurocent
1 x 10 euro, 2 x 2 euro, 1 x 20 eurocent en 1 x 10 eurocent
1 x 10 euro, 1 x 2 euro, 1 x 50 eurocent en 1 x 10 eurocent
8.
Rens doet 5 liter water in een emmer. Hoeveel dl is dat?
5 dl
500 dl
50 dl
9.
Laura bakt elke week een cake. Voor elke cake gebruikt zij 200 g bloem. In een pak bloem zit 1 kg. Na hoeveel weken is het pak leeg?
5 weken
20 weken
50 weken
10.
Boer Jaap is een hek aan het maken. Hij heeft een balk met een lengte van 1 m. Hij zaagt een kwart van de balk af. Hoeveel cm heeft hij er af gezaagd?
25 cm
75 cm
50 cm
11.
Geert gaat naar een winkel waar computerspelletjes worden verkocht. Hij koopt een spel van € 23,85. Hij betaalt met een briefje van € 20,00 en een briefje van € 10,00. Hoeveel geld krijgt Geert terug?
€ 7,15
€ 6,25
€ 6,15
12.
Tom gaat op vakantie en mag van zijn moeder in de boekhandel een boek uitzoeken. Het boek kost € 16,45 en de moeder van Tom betaalt met een briefje van € 50,00. Hoeveel geld krijgt zij terug?
€ 33,65
€ 33,55
€ 34,55
13.
Miranda wil een lijst maken om een schilderij. Ze heeft uitgerekend dat dat schilderij een omtrek heeft van 4 m en 60 cm. De lengte is 1 m en 40 cm. Wat is de breedte van het schilderij?
90 cm
180 cm
160 cm
14.
Veerle doet mee aan een atletiekwedstrijd. Ze kan goed verspringen. De vorige wedstrijd sprong ze 3 m en 25 cm. Nu springt ze 3 m en 32 cm. Met hoeveel mm heeft ze haar record verbeterd?
7 mm
700 mm
70 mm
15.
Noortje bakt een appeltaart. Ze heeft een pak suiker van 1 kg. Voor de appeltaart gebruikt ze 80 g. Hoeveel gram suiker zit er nog in het pak?
9920 g
920 g
20 g
16.
Ruben heeft een chocoladereep. De reep bestaat uit 24 stukjes. Hij eet
van de reep op. Hoeveel stukjes heeft Ruben opgegeten?
3 stukjes
8 stukjes
6 stukjes
17.
Sven gaat schaatsen op de ijsbaan. Hij heeft 4 km geschaatst. Hij heeft daar 1 kwartier over gedaan. Wat is zijn snelheid?
40 kilometer per uur
15 kilometer per uur
16 kilometer per uur
18.
Pieter gaat met zijn ouders op vakantie naar Italië. Zijn vader heeft daarom een wegenkaart van Europa gekocht. Op de wegenkaart staat dat de schaal 1:2 000 000 is. Hoeveel km is 1 cm in het echt?
20 km
2 km
200 km
19.
Maria heeft een kilo rijst. Zij gebruikt voor het avondeten 300 g. Hoeveel rijst heeft zij nog over?
700 g
930 g
9300 g
20.
Maartje heeft voor haar verjaardag geld gekregen van opa en oma. Ze is met haar moeder naar de speelgoedwinkel gegaan om iets uit te zoeken. Uiteindelijk heeft ze gekozen voor een spelletje van € 12,50 en een barbiepop van € 6,20. Ze betaalt met een briefje van € 20,00. Hoeveel geld krijgt Maartje terug?
€ 1,20
€ 1,30
€ 2,40
21.
Kim is 1 m en 50 cm, Tom is 1 m en 45 cm en Paul is 1 m en 40 cm. Hoeveel cm zijn Kim, Tom en Paul samen?
435 cm
155 cm
138 cm
22.
Casper gaat met zijn moeder en een vriendje naar de bioscoop. De film begint om 15.45 uur en eindigt om 17.20 uur. Hoeveel minuten duurt de film?
55 minuten
95 minuten
85 minuten
23.
Loes gaat naar de bakker. Ze koopt een brood en vier gebakjes. Het brood kost € 1,95 en de gebakjes kosten € 2,10 per stuk. Hoeveel moet Loes betalen?
€ 6,35
€ 9,35
€ 10,35
24.
Naomi en Evelyn gaan met de bus naar de stad. De bus vertrekt om 12.43 uur en komt om 13.07 uur aan. Hoe lang duurt de busreis?
14 minuten
24 minuten
36 minuten
25.
Karel wil bomen planten aan een kant van zijn tuin. Zijn tuin is 12 m lang en hij plant om de 2 meter een boom. Hoeveel bomen heeft Karel nodig? Let op: op beide hoeken moet ook een boom komen.
7 bomen
12 bomen
6 bomen
26.
Paulien heeft een landkaart waar op staat dat 1 cm in het echt 3 km is. Welke schaal staat er op de kaart?
1:300 000
1:30 000
1:3000
27.
Karin drinkt elke dag een halve liter water. Hoeveel dl water drinkt zij in twee dagen?
1 dl
10 dl
100 dl
28.
Marcel rijdt 180 km met zijn auto. Hij doet daar 2 uur over. Hoeveel kilometer per uur heeft Marcel gereden?
90 kilometer per uur
100 kilometer per uur
80 kilometer per uur
29.
De oma van Renske bakt pannenkoeken. Zij gebruikt 500 g bloem. Hoeveel kg is dat?
kg
50 kg
5 kg
30.
Het voetbalveld waar Tom traint is 120 m lang en 70 m breed. Wat is de oppervlakte van het voetbalveld?
3800 m²
1900 m²
8400 m²
Toets nakijken
Aanbevolen bij deze toets:
De Visual Steps-
boeken
Direct aan de slag
/
Stap-voor-stapinstructies
/
Begrijpelijke inhoud
Productoverzicht