Skip to content
Twitter
Facebook
Home
Over de auteur
Nog meer voor kinderen
Toetsen
Contact
Oefenen met leessommen (redactiesommen) voor groep 6
Beantwoord de volgende 30 vragen en klik dan onder op de webpagina op
Toets nakijken
.
De toetsvragen:
1.
Loes wil vanavond nasi koken. Ze gaat naar de supermarkt en koopt een pak rijst voor € 1,35, een pak nasigroente voor € 2,75, een pakje kruiden voor € 0,65 en een doosje eieren voor € 1,25. Hoeveel moet Loes betalen?
€ 6,00
€ 5,00
€ 5,90
2.
Steffie wil vandaag een cake gaan bakken. Ze gaat naar de supermarkt en koopt een pak bloem van € 0,70, zes eieren van € 1,80, een kilo suiker voor € 1,10 en een pakje boter voor € 1,15. Hoeveel moet Steffie betalen?
€ 4,65
€ 4,95
€ 4,75
3.
Geert gaat naar een winkel waar computerspelletjes worden verkocht. Hij koopt een spel van € 23,85. Hij betaalt met een briefje van € 20,00 en een briefje van € 10,00. Hoeveel geld krijgt Geert terug?
€ 7,15
€ 6,25
€ 6,15
4.
Jan zijn gewicht was 90 kg. Hij is afgevallen en weegt nu
minder. Hoeveel weegt hij nu?
72 kg
78 kg
85 kg
5.
Olivia heeft een zak rijst van 2 kg. Ze gebruikt 600 g rijst voor het avondeten. Hoeveel gram rijst zit er nog in de zak?
19400 g
140 g
1400 g
6.
Iris gaat met haar klas op schoolreisje. Ze vertrekken ’s ochtends om 9.17 uur en komen ’s middags om 16.54 uur weer thuis. Hoe lang is Iris weggeweest?
6 uur en 37 minuten
7 uur en 23 minuten
7 uur en 37 minuten
7.
Amber gaat een stukje wandelen met haar oma. Ze vertrekken om 13.26 uur en komen om 14.19 uur weer thuis. Hoe lang zijn Amber en haar oma weggeweest?
53 minuten
45 minuten
7 minuten
8.
Marijke koopt bij de groenteboer
kg sperziebonen en 2 kg aardappelen. De sperziebonen kosten € 2,00 per kg en de aardappelen kosten € 0,80 per kg. Hoeveel moet Marijke betalen?
€ 1,80
€ 2,60
€ 2,80
9.
Maartje heeft voor haar verjaardag geld gekregen van opa en oma. Ze is met haar moeder naar de speelgoedwinkel gegaan om iets uit te zoeken. Uiteindelijk heeft ze gekozen voor een spelletje van € 12,50 en een barbiepop van € 6,20. Ze betaalt met een briefje van € 20,00. Hoeveel geld krijgt Maartje terug?
€ 1,20
€ 2,40
€ 1,30
10.
In een flesje shampoo zit 30 cl. Frits gebruikt per keer 15 ml shampoo. Na hoeveel keer is de fles leeg?
2 keer
200 keer
20 keer
11.
Karin drinkt elke dag een halve liter water. Hoeveel dl water drinkt zij in twee dagen?
100 dl
10 dl
1 dl
12.
De moeder van Lois heeft een net sinaasappels gekocht van 3 kg. Hoeveel gram is dat?
30 g
3000 g
30 000 g
13.
In de fles shampoo van Karin zit 300 ml. Hoeveel dl is dat?
300 dl
30 dl
3 dl
14.
Susan gaat schoonmaken. Zij doet 7 liter water in een emmer. Hoeveel dl zit er in de emmer?
70 dl
7 dl
700 dl
15.
Veerle doet mee aan een atletiekwedstrijd. Ze kan goed verspringen. De vorige wedstrijd sprong ze 3 m en 25 cm. Nu springt ze 3 m en 32 cm. Met hoeveel mm heeft ze haar record verbeterd?
700 mm
7 mm
70 mm
16.
Ida gaat schoonmaken. Ze vult een gewone emmer helemaal met water. Hoeveel water zit er in de emmer?
8 l
8 dl
8 ml
17.
Maureen wil trakteren omdat ze een nieuwe baan heeft. Ze koopt bij de bakker tien gebakjes van € 1,80 per stuk. Ze betaalt met een briefje van € 50,00. Hoeveel geld krijgt Maureen terug?
€ 38,00
€ 32,00
€ 22,00
18.
Timo fietst ’s ochtends 3 km naar school. Daar doet hij 15 minuten over. Na school fietst hij 2 km naar zijn vriendje om te spelen. Later op de middag fietst hij 3 km naar huis. Timo fietst elke keer even snel. Hoe lang heeft Timo in totaal gefietst?
40 minuten
2 uur
30 minuten
19.
Rick drinkt een glas cola van 20 cl. Mark drinkt twee bekers melk van 150 ml en Esther drinkt een kopje koffie van 150 ml. Hoeveel cl hebben ze samen gedronken?
65 cl
50 cl
470 cl
20.
Noortje bakt een appeltaart. Ze heeft een pak suiker van 1 kg. Voor de appeltaart gebruikt ze 80 g. Hoeveel gram suiker zit er nog in het pak?
20 g
9920 g
920 g
21.
Max gaat altijd op de fiets naar zijn werk. Gisteren deed hij er precies een half uur over. Vandaag heeft hij er drie minuten minder lang over gedaan. In hoeveel minuten is Max vandaag naar zijn werk gefietst?
27 minuten
57 minuten
12 minuten
22.
Jos is in een meubelwinkel. Hij koopt er een nieuw bureau voor € 238,00 en een nieuwe bureaustoel voor € 88,00. Hoe kan Jos betalen?
2 x 100 euro, 1 x 20 euro, 1 x 5 euro en 1 x 1 euro
3 x 100 euro, 1 x 10 euro, 1 x 5 euro en 1 x 1 euro
3 x 100 euro, 1 x 20 euro, 1 x 5 euro en 1 x 1 euro
23.
Laurens gaat vanmiddag naar het verjaardagsfeest van zijn vriendin. Hij gaat eerst langs de bloemist om een mooie bos rode rozen te kopen. De rozen kosten € 9,75. Hoe kan Laurens betalen?
1 x 5 euro, 2 x 2 euro, 1 x 50 eurocent, 2 x 20 eurocent en 1 x 5 eurocent
1 x 5 euro, 2 x 2 euro, 1 x 50 eurocent, 1 x 20 eurocent en 1 x 5 eurocent
1 x 5 euro, 1 x 2 euro, 1 x 50 eurocent, 1 x 20 eurocent en 1 x 5 eurocent
24.
Ruben vraagt aan zijn moeder of ze vandaag frietjes mogen eten. Zijn moeder vindt het goed, maar dan moet hij de boodschappen doen. Hij gaat naar de supermarkt en koopt een zak friet voor € 1,75 en een pot appelmoes voor € 1,35. Hij betaalt met een briefje van € 5,00. Hoeveel geld krijgt Ruben terug?
€ 2,90
€ 1,95
€ 1,90
25.
Ramon is thuis aan het klussen. Hij gaat naar de bouwmarkt en koopt acht planken van € 12,00 per stuk. Hoe kan Ramon betalen?
1 x 50 euro, 1 x 20 euro, 1 x 5 euro en 1 x 2 euro
1 x 50 euro, 1 x 20 euro, 1 x 5 euro en 2 x 2 euro
1 x 50 euro, 2 x 20 euro, 1 x 5 euro en 1 x 1 euro
26.
Rens doet 5 liter water in een emmer. Hoeveel dl is dat?
50 dl
500 dl
5 dl
27.
Bram gaat op vakantie naar Frankrijk. Zijn vader heeft een wegenkaart gekocht met een schaal van 1:5 000 000 Hoeveel km is 1 cm op de kaart in het echt?
500 km
5000 km
50 km
28.
Lieke en haar moeder gaan met de trein naar Amsterdam. De trein vertrekt om 9.47 uur en komt om 11.23 uur aan. Hoe lang duurt de treinreis?
1 uur en 24 minuten
1 uur en 36 minuten
2 uur en 36 minuten
29.
Kim is 1 m en 50 cm, Tom is 1 m en 45 cm en Paul is 1 m en 40 cm. Hoeveel cm zijn Kim, Tom en Paul samen?
435 cm
155 cm
138 cm
30.
Suze zit op tennisles en ze gaat op de fiets naar de tennisbaan. Ze vertrekt om 15.57 uur en komt om 16.18 uur bij de tennisbaan aan. Hoe lang is ze onderweg?
21 minuten
31 minuten
39 minuten
Toets nakijken
Aanbevolen bij deze toets:
De Visual Steps-
boeken
Direct aan de slag
/
Stap-voor-stapinstructies
/
Begrijpelijke inhoud
Productoverzicht