Skip to content

Oefenen met leessommen (redactiesommen) voor groep 7 en 8

Beantwoord de volgende 30 vragen en klik dan onder op de webpagina op Toets nakijken.

De toetsvragen:

1.

Dirk gaat naar de slager. Hij wil vier hamburgers kopen. Ze kosten € 0,95 per stuk. Hoe kan Dirk gepast betalen?


2.

Rick gaat naar de supermarkt en koopt een zak drop voor € 2,25 en twee pakjes kauwgum van € 0,95 per stuk. Hoeveel moet hij betalen?


3.

Miriam en haar moeder gaan een dagje winkelen. Ze vertrekken `s ochtends om 10.55 uur van huis en komen om 16.42 uur weer thuis. Hoe lang zijn Miriam en haar moeder van huis geweest?


4.

Willem en Stefanie hebben een fietstocht gemaakt. Ze zijn om 9.30 uur vertrokken en om 12.00 weer thuis gekomen. Hun gemiddelde snelheid was 18 km/u. Hoeveel km hebben Willem en Stefanie gefietst?


5.

Joost heeft net gevoetbald en hij heeft enorme trek. Zijn moeder heeft pannenkoeken gebakken. Joost rolt elke pannenkoek op en snijdt deze vervolgens in zes stukken. In totaal eet hij [20^6] pannenkoek. Hoeveel pannenkoeken zijn dat?


6.

Tamara is jarig geweest en krijgt een heleboel mensen op bezoek. Ze gaat naar de bakker en koopt 4[1^2] vlaai. Een hele vlaai kan ze in acht stukken snijden. Welke breuk hoort hier bij?


7.

Bianca heeft € 60,00 gespaard. Ze gaat met haar moeder winkelen en geeft [2^5] van haar spaargeld uit. Hoeveel geld heeft Bianca uitgegeven?


8.

Ramon, Emma en Tim hebben elk een chocoladereep van hun moeder gekregen. Ramon eet [12^24], Emma eet [10^12] en Tim eet [6^8]. Wie heeft het grootste stuk gegeten?


9.

Marcel is jarig geweest en trakteert de hele klas op zakjes chips. Nadat hij heeft getrakteerd, heeft hij nog 6 zakjes over. Hij heeft [5^6] van de zakjes chips uitgedeeld. Hoeveel zakjes chips had Marcel meegenomen?


10.

Koen en zijn vader gaan een fietstocht maken. Ze vertrekken `s ochtends om 11.47 uur en komen `s middags om 15.22 uur weer thuis. Hoe lang zijn Koen en zijn vader van huis geweest?


11.

Leon heeft € 80,00 gespaard. Hij gaat met een vriend naar de computerwinkel en geeft [2^5] van zijn spaargeld uit. Hoeveel geld heeft Leon uitgegeven?


12.

Daniek is 1,48 m en haar moeder is 1,74 m. Wat is hun lengte samen in millimeters?


13.

Toby gaat naar de bakker en koopt vier gebakjes van € 1,95 per stuk. Hij betaalt met een briefje van € 10,00. Hoeveel krijgt hij terug?


14.

Eva is een appeltaart aan het bakken. Ze heeft alle ingrediënten in de bakvorm gedaan en zet deze in een voorverwarmde oven. In het recept leest ze dat de appeltaart 1 uur in de oven moet. Hoeveel seconden zijn dat?


15.

Esther is een boek aan het lezen over insecten. In het boek staat een tekening van een spin. De schaal die bij de tekening hoort is 3:1. Op de tekening is de spin 4,8 cm breed. Hoe groot is de spin in werkelijkheid?


16.

Mevrouw Jansen heeft zelf een nieuw ontwerp gemaakt voor haar tuin. Op de tekening die ze heeft gemaakt, is haar tuin 14 cm breed en 8 cm diep. In werkelijkheid is de tuin 42 m breed en 24 m diep. Welke schaal hoort bij de tekening?


17.

Maarten gaat naar de boekhandel en koopt een boek voor € 15,50. Daarnaast koopt hij nog twee tijdschriften: een voor € 3,90 en een voor € 5,90. Hoeveel moet hij betalen?


18.

Tom heeft in het weekend een nachtje bij zijn beste vriend gelogeerd. Hij is op zaterdag om 13.44 uur vertrokken en op zondag om 17.24 uur weer thuis gekomen. Hoe lang is Tom van huis geweest?


19.

Mike woog 90 kg. Hij vond zichzelf veel te zwaar en besloot daar wat aan te doen. In twee weken tijd is Mike [1^15] van zijn gewicht kwijtgeraakt. Hoeveel weegt Mike nu?


20.

De vader van Sanne gaat twee muren van haar slaapkamer blauw schilderen. Eén muur is 3 m breed en de andere muur is 4 m breed. De hoogte van Sanne’s slaapkamer is 2,5 m. Hoeveel m² gaat de vader van Sanne schilderen?


21.

Olivia zit op gitaarles. Ze vindt het erg leuk, maar ze oefent wat te weinig. Daarom heeft ze besloten elke dag een kwartier te oefenen, behalve op de dag dat ze les heeft. Hoe lang wil Olivia in totaal per week oefenen?


22.

Jacqueline wil met haar vriendin een wandeling maken door een mooi natuurgebied. Ze rijden met de auto naar de parkeerplaats waar de wandeling begint. Bij de parkeerplaats staat een bord met een kaart waarop de wandeling is aangegeven. De schaal die bij de kaart staat, is 1:15 000. Wat betekent deze schaal?


23.

Samantha woog 75 kg. Door meer beweging en minder eten is zij [1^15] van haar gewicht kwijtgeraakt. Hoeveel weegt Samantha nu?


24.

Gerrit heeft een nacht gelogeerd bij zijn beste vriend. Hij is zaterdag om 14.25 uur van huis gegaan en zondag om 18.07 uur weer thuis gekomen. Hoe lang is Gerrit van huis geweest?


25.

Meneer en mevrouw Franken willen een wandeling maken in een natuurgebied. Aan het begin van de wandeling staat een bord met een plattegrond van het gebied. De schaal die op het bord staat, is 1:10 000. Wat betekent dit?


26.

Megan heeft een pakje appelsap van 220 ml gedronken, Evelien heeft een flesje sinaasappelsap van 3 dl gedronken en Naomi heeft een flesje water van 2,5 dl gedronken. Hoeveel cl hebben ze samen gedronken?


27.

Lisette heeft vandaag twee keer televisie gekeken. `s Ochtends keek ze van 9.14 uur tot 10.54 uur. `s Middags keek ze van 15.27 uur tot 17.32 uur. Hoe lang heeft Lisette vandaag televisie gekeken?


28.

Claudia heeft van haar juf de opdracht gekregen een plattegrond van het klaslokaal te tekenen. De schaal van de plattegrond moet 1:200 zijn. Het klaslokaal is 16 m lang en 12 m breed. Hoe lang en hoe breed moet het klaslokaal op de tekening zijn?


29.

Niek, Tess en Marit hebben trek. In de vriezer hebben ze nog één pizza gevonden en ze besluiten om deze samen te delen. Niek eet [4^8] van de pizza, Tess eet [6^16] van de pizza en Marit eet [4^32] van de pizza. Wie heeft het meeste gegeten, wie daarna en wie daarna? (Zet in volgorde van meest naar minst.)


30.

De school van Sander begint vanmorgen om half negen en eindigt vanmiddag om drie uur. Sander is vandaag dus 6 [1^2] uur op school. Onderweg naar school rekent hij uit hoeveel minuten dat zijn. Hoeveel minuten zijn dat volgens jou?


Aanbevolen bij deze toets:

Oefenen met leessommen (redactiesommen) voor groep 7 en 8

De Visual Steps-boeken

Direct aan de slag / Stap-voor-stapinstructies / Begrijpelijke inhoud