Skip to content

Oefenen met werkwoordspelling voor groep 7 en 8

Beantwoord de volgende 30 vragen en klik dan onder op de webpagina op Toets nakijken.
(In deze toets zijn de vragen meerkeuze. In het boek vul je de antwoorden zelf in.)

De toetsvragen:

1.

We hebben onze vakantie afgebr _ _ _ _ _ _ toen we bericht kregen dat opa ernstig ziek geworden was. (afbreken)


2.

Mijn zusje aan _ _ _ _ _ _ de zanger van die popgroep! (aanbidden - verleden tijd)


3.

Harold heeft zijn plannetje eerst goed uitged _ _ _ _ _ _ voordat hij ermee op de proppen kwam. (uitdenken)


4.

Het is wel in mij omge _ _ _ _ _ _, maar ik dacht dat het beter anders kon. (omgaan)


5.

Op bevel van de luitenant zijn de troepen aangetr _ _ _ _ _ _. (aantreden)


6.

In de studio worden de opnames opnieuw gemi _ _ _ _ _ _. (mixen)


7.

Wij sch _ _ _ _ _ _ met onze zaklantaarns door de ramen van het vervallen huisje. (schijnen - verleden tijd)


8.

Het pokerspel wordt door Fred beoe _ _ _ _ _ _. (beoefenen)


9.

De boze automobilist e _ _ _ _ _ _ voor de rechtbank een schadevergoeding. (eisen - vroeger)


10.

De kleine kinderen w _ _ _ _ _ _ doodsbang voor Sinterklaas. (zijn - verleden tijd)


11.

Opa heeft de hele wandeling op de rollator gele _ _ _ _ _ _. (leunen)


12.

A _ _ _ _ _ _ hij altijd zo luidruchtig? (ademen - nu)


13.

Karel heeft zojuist dat lastige onderwerp aanger _ _ _ _ _ _. (aanroeren)


14.

Ratten en muizen bevo _ _ _ _ _ _ alle schepen van de Oost-Indische Compagnie. (bevolken - vroeger)


15.

Karel is snip verkouden en hij heeft zo vaak gesn _ _ _ _ _ _, dat zijn neus er rood van is. (snuiten)


16.

Jazeker, de goede werking van ons product is gegarand _ _ _ _ _ _! (garanderen)


17.

Piet, z _ _ _ _ _ _ die kostbare vaas alsjeblieft voorzichtig neer! (neerzetten - nu)


18.

Alle kleren die de zwerver aan had waren tot op de draad versl _ _ _ _ _ _. (verslijten)


19.

De advocaat van de verdachte beple _ _ _ _ _ _ vrijspraak. (bepleiten - vroeger)


20.

De boswachter heeft de zieke boom in stukken geha _ _ _ _ _ _. (hakken)


21.

Meester ver _ _ _ _ _ _ de kinderen in de klas te vloeken. (verbieden - verleden tijd)


22.

Welke mobiele telefoon  _ _ _ _ _ _ je me aan? (aanraden - nu)


23.

Hij heeft zich gewr _ _ _ _ _ _ op degene die hem had verraden. (wreken)


24.

Onze hond vo _ _ _ _ _ _ sinds gisteren ook de pup van de verongelukte Jack Russell. (voeden - nu)


25.

Het Ministerie van Onderwijs promo _ _ _ _ _ _ de nieuwe leermethode. (promoten - vroeger)


26.

De veehouder heeft een nieuw schapenras gefo _ _ _ _ _ _. (fokken)


27.

Mijn vader onderh _ _ _ _ _ _ zijn tuin keurig, maar de buren deden niets aan hun tuinen. (onderhouden - verleden tijd)


28.

Er onts _ _ _ _ _ _ groot tumult in de zaal toen de uitslag bekend werd gemaakt. (ontstaan - verleden tijd)


29.

Die kortingsactie had je heel veel geld besp _ _ _ _ _ _! (besparen)


30.

Het Olympisch vuur is ontst _ _ _ _ _ _! (ontsteken)


Aanbevolen bij deze toets:

Oefenen met werkwoordspelling voor groep 7 en 8

De Visual Steps-boeken

Direct aan de slag / Stap-voor-stapinstructies / Begrijpelijke inhoud