Skip to content
Twitter
Facebook
Home
Over de auteur
Nog meer voor kinderen
Toetsen
Contact
Leren en oefenen met breuken groep 7/8
Beantwoord de volgende 30 vragen en klik dan onder op de webpagina op
Toets nakijken
.
De toetsvragen:
1.
Wat zet je op de plaats van het vraagteken?
=
+
2
1
3
2.
3
– 1
=
1
1
1
3.
x
=
4.
Tel op, haal de helen uit het antwoord en vereenvoudig als dat nodig is:
+
=
1
1
1
5.
Je ziet hier een hele strook en een eentiende deel:
Wat plak je aan het eentiende deel vast om een hele strook te krijgen?
strook
strook
strook
6.
Wat zet je op de plaats van het vraagteken?
=
+
3
8
5
7.
1
: 1
=
1
1
8.
+
=
9.
Maak van 3
één breuk
3
=
3
=
3
=
10.
Welke strook is het grootst, eenderde (
) strook of eentiende (
) strook of eentweede (
) strook?
11.
3
+ 6
=
10
10
9
12.
Tante Coba heeft voor haar verjaardag grote flessen cola (van 1
liter) gekocht. Na afloop van het feestje heeft ze nog 2
fles over.
Hoeveel liter is dat?
4
3
4
13.
Maak van 3
één breuk
3
=
3
=
3
=
14.
Twee flessen A en B zijn voor een gedeelte gevuld met water. In fles A kan 5 liter, maar hij is slechts voor
gevuld. In fles B kan 8 liter en die fles is voor
gevuld.
Je wilt het water uit fles A in fles B gieten. Kan dat?
Het kan wel, en fles B is dan precies vol.
Het kan niet, want fles B stroomt dan over.
Het kan wel, en fles B is dan nog niet vol.
15.
Maak één breuk:
5
=
16.
Vereenvoudig deze breuk:
Deze breuk kan niet worden vereenvoudigd.
17.
Je ziet hier eenvierde strook.
Wat moet er bij deze strook gelegd worden om een hele strook te krijgen?
twee eenderde stroken
drie eenvierde stroken
twee eenvierde stroken
18.
: 2 =
19.
:
=
1
1
2
20.
x
=
21.
–
=
Kun je van de zesde in het antwoord vijfden, vierden, derden of tweeden maken? En zo ja, welke breuk krijg je dan?
Ja,
Nee
Ja,
22.
7 x
=
7 x
=
7 x
=
7 x
= hele
23.
Je ziet hier een hele strook van negen negende stukjes (
)
Wat haal je van deze negen negenden (
) af als je drie negenden (
) wilt overhouden?
strook
strook
strook
24.
+
=
25.
Je ziet hier een hele strook en een tweezevende deel:
Wat plak je aan het tweezevende deel vast om een hele strook te krijgen?
strook
strook
strook
26.
Haal de helen uit deze breuk:
=
1
= 1
=
27.
Wat is waar?
strook is even lang als
strook
strook is even lang als
strook
strook is even lang als
strook
28.
Wat zet je op de plaats van het vraagteken?
=
–
7
6
3
29.
–
=
30.
Vereenvoudig deze breuk:
Deze breuk kan niet worden vereenvoudigd.
Toets nakijken
Aanbevolen bij deze toets:
De Visual Steps-
boeken
Direct aan de slag
/
Stap-voor-stapinstructies
/
Begrijpelijke inhoud
Productoverzicht