Skip to content
Twitter
Facebook
Home
Over de auteur
Nog meer voor kinderen
Toetsen
Contact
Oefenen met aardrijkskunde en natuuronderwijs voor groep 8
Beantwoord de volgende 30 vragen en klik dan onder op de webpagina op
Toets nakijken
.
De toetsvragen:
1.
Canada is een rijk land dankzij zijn
veeteelt.
houtindustrie.
gas.
2.
Welke zin past bij de steppe?
Dichte boombegroeiing.
Een onvruchtbare zandvlakte.
Een uitgestrekte grasvlakte.
3.
Wat wordt met het moessonseizoen in Thailand bedoeld?
De regentijd.
De oogsttijd.
De droge tijd.
4.
In Suriname wonen de meeste mensen in en rond Paramaribo. Dit komt doordat
men dit een mooie stad vindt.
er geen andere steden zijn.
het grootste deel van het land bedekt is met tropisch oerwoud.
5.
Welke van deze producten is niet gemaakt van aardolie?
Benzine.
Een plastic emmer.
Een paar klompen.
6.
Voor de uitbreiding van landbouwgrond is in dit land veel tropisch hardhout gekapt.
Equador.
Brazilië.
Peru.
7.
De koudste bewoonde plek op aarde vind je in
Siberië.
Japan.
Taiwan.
8.
Om gezond te blijven heeft een lichaam vitamines nodig. Vitamine C zit veel in
fruit.
vis.
brood.
9.
Er ligt een magnetisch geworden schroevendraaier naast een kompas. De naald van het kompas wijst naar
het zuiden.
de schroevendraaier.
het noorden.
10.
Het Zuidlaardermeer ligt in de provincie
Overijssel.
Groningen.
Friesland.
11.
De hoofdstad van Zwitserland is
München.
Bern.
Turijn.
12.
Welke instantie is door een aantal Europese landen opgericht om beter te kunnen samenwerken?
UEFA.
Europese Unie.
NAVO.
13.
In deze toeristische attractie draag je zelfs bij 25 graden Celsius nog een jas:
aan het strand bij Zandvoort.
in de grotten van Limburg.
tijdens het wadlopen.
14.
Tussen Camperduin en Petten liggen geen duinen. Hier ligt een dijk. Hoe heet deze dijk?
Afsluitdijk.
Hondsbosse Zeewering.
Westfriese Zeedijk.
15.
In de jaren zestig kwamen er veel mensen uit Zuid-Europa werken in West-Europa. We noemden deze mensen
vluchtelingen.
asielzoekers.
gastarbeiders.
16.
Zomergasten noemen we vogels die
in de zomer wegtrekken.
hier alleen komen om te broeden.
je soms in de zomer kunt zien.
17.
Dit heeft een slechte invloed op de voedselkringloop in een sloot.
Een stortbui.
Veel plantenresten.
Afvalwater.
18.
Voor een vakantie in een rustig gedeelte van Spanje ga je naar
de kust.
het binnenland.
de eilanden.
19.
Je laat een ketel met water een poosje doorkoken. Waaraan in de keuken zie je dat er waterdamp ontstaat?
Het keukenkastje.
Het aanrecht.
Het raam.
20.
Irrigatie in de landbouw betekent
het droogleggen van land.
het benadelen van boeren.
het besproeien of bevloeien van land met rivier- of grondwater.
21.
Mijn kantoor staat in Heerenveen. Vaak bezoek ik klanten in andere plaatsen in Friesland. Dat noem je
woon-werkverkeer.
vrachtverkeer.
zakenverkeer.
22.
Sommige dieren verlaten direct na de geboorte hun nest. Welk dier is zo`n `nestvlieder`?
Een koolmeesje.
Een jonge merel.
Een jonge haas.
23.
Welk dier verandert van kleur als er gevaar dreigt?
De kameleon.
De rups.
De spin.
24.
De zaden van erwten en bonen worden beschermd door een
peul.
dop.
harde schil.
25.
De woestijn de Negev vind je in
Syrië.
Israël.
Filipijnen.
26.
De Noordkaap hoort bij
Noorwegen.
Denemarken.
Polen.
27.
Bijen hebben het moeilijk de laatste jaren. Wat kun je doen om ze te helpen?
Jaag alle wespen weg.
Bouw een bijenhotel.
Zet een schaaltje suiker buiten.
28.
In de steden van dit land woont meer dan de helft van de mensen in sloppenwijken:
India.
Thailand.
China.
29.
Langs onze kust liggen op veel plaatsen duinen. Deze zandheuvels worden gevormd door
de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten.
de kustwacht.
de wind.
30.
In Ierland wordt veel gevist. Dit kan omdat
hier heel veel meren en rivieren zijn.
de mensen geen vlees eten.
de inwoners graag vissen.
Toets nakijken
Aanbevolen bij deze toets:
De Visual Steps-
boeken
Direct aan de slag
/
Stap-voor-stapinstructies
/
Begrijpelijke inhoud
Productoverzicht