Skip to content
Twitter
Facebook
Home
Over de auteur
Nog meer voor kinderen
Toetsen
Contact
Oefenen met aardrijkskunde en natuuronderwijs voor groep 8
Beantwoord de volgende 30 vragen en klik dan onder op de webpagina op
Toets nakijken
.
De toetsvragen:
1.
Welk voorwerp bezit geen veerkracht?
Duikplank.
Elastiekje.
Kast.
2.
Zomergasten noemen we vogels die
je soms in de zomer kunt zien.
in de zomer wegtrekken.
hier alleen komen om te broeden.
3.
Unicef helpt kinderen en hun familie in moeilijke situaties. Welke hulp hoort in dit rijtje niet thuis?
Medicijnen sturen.
Wapens sturen.
Zorgen voor goede hygiëne.
4.
Welke van deze producten is niet gemaakt van aardolie?
Een paar klompen.
Een plastic emmer.
Benzine.
5.
Sommige dieren verlaten direct na de geboorte hun nest. Welk dier is zo`n `nestvlieder`?
Een koolmeesje.
Een jonge merel.
Een jonge haas.
6.
In deze toeristische attractie draag je zelfs bij 25 graden Celsius nog een jas:
tijdens het wadlopen.
aan het strand bij Zandvoort.
in de grotten van Limburg.
7.
Wat wordt niet door schimmels opgeruimd?
Poep van dieren.
Een plastic beker.
Afgevallen bladeren.
8.
Er ligt een magnetisch geworden schroevendraaier naast een kompas. De naald van het kompas wijst naar
het noorden.
het zuiden.
de schroevendraaier.
9.
De rijke sjeiks doen veel voor hun land. Wat doen zij niet?
Ziekenhuizen bouwen.
Alle mensen rijk maken.
Wegen aanleggen.
10.
In Suriname wonen de meeste mensen in en rond Paramaribo. Dit komt doordat
er geen andere steden zijn.
het grootste deel van het land bedekt is met tropisch oerwoud.
men dit een mooie stad vindt.
11.
Welk dier verandert van kleur als er gevaar dreigt?
De rups.
De kameleon.
De spin.
12.
Het Zuidlaardermeer ligt in de provincie
Friesland.
Overijssel.
Groningen.
13.
Irrigatie in de landbouw betekent
het benadelen van boeren.
het droogleggen van land.
het besproeien of bevloeien van land met rivier- of grondwater.
14.
De Noordkaap hoort bij
Denemarken.
Polen.
Noorwegen.
15.
Wat wordt met het moessonseizoen in Thailand bedoeld?
De droge tijd.
De oogsttijd.
De regentijd.
16.
De afgelopen jaren is de allochtone bevolking in ons land vooral toegenomen door
emigratie.
een geboortegolf.
de komst van asielzoekers.
17.
De woestijn de Negev vind je in
Filipijnen.
Syrië.
Israël.
18.
Je laat een ketel met water een poosje doorkoken. Waaraan in de keuken zie je dat er waterdamp ontstaat?
Het aanrecht.
Het keukenkastje.
Het raam.
19.
Voor een vakantie in een rustig gedeelte van Spanje ga je naar
de eilanden.
het binnenland.
de kust.
20.
In de zomer trekken vooral mensen naar de Alpen die houden van
bergbeklimmen.
fietsen.
skiën.
21.
Welke zin past bij de steppe?
Een uitgestrekte grasvlakte.
Dichte boombegroeiing.
Een onvruchtbare zandvlakte.
22.
In de Balkan woont een volk soms verspreid over meerdere landen. Dit komt door
de vele oorlogen in dit gebied.
de reislust van deze mensen.
het volk is te groot voor één land.
23.
Welke van deze drie hoort niet tot de vaste stoffen?
Limonade.
IJzer.
Krijt.
24.
Dit heeft een slechte invloed op de voedselkringloop in een sloot.
Veel plantenresten.
Afvalwater.
Een stortbui.
25.
Bijen hebben het moeilijk de laatste jaren. Wat kun je doen om ze te helpen?
Bouw een bijenhotel.
Zet een schaaltje suiker buiten.
Jaag alle wespen weg.
26.
Welke persoon maakt geen gebruik van de wind als energiebron?
Een zeiler.
Een koorddanser.
Een surfer.
27.
Mijn kantoor staat in Heerenveen. Vaak bezoek ik klanten in andere plaatsen in Friesland. Dat noem je
zakenverkeer.
vrachtverkeer.
woon-werkverkeer.
28.
Canada is een rijk land dankzij zijn
veeteelt.
houtindustrie.
gas.
29.
In de jaren zestig kwamen er veel mensen uit Zuid-Europa werken in West-Europa. We noemden deze mensen
asielzoekers.
vluchtelingen.
gastarbeiders.
30.
De grootste oorzaak van de ontvolking van een gebied is
weinig grondstoffen.
lage lonen.
werkloosheid.
Toets nakijken
Aanbevolen bij deze toets:
De Visual Steps-
boeken
Direct aan de slag
/
Stap-voor-stapinstructies
/
Begrijpelijke inhoud
Productoverzicht