Skip to content

Oefenen met rekenen voor groep 6

Beantwoord de volgende 30 vragen en klik dan onder op de webpagina op Toets nakijken.

De toetsvragen:

1.

Janna gaat met 7 anderen mee op een groepsreis naar Israël. De hele groep betaalt € 9472.
Hoeveel betaalt Janna?


2.

650 832
Hoeveel is de 5 in dit getal waard?


3.

Wat is waar?


4.

Wat is het minst?


5.

De lengte van een strook papier is 30 cm. De breedte is  deel van de lengte.
Wat is de omtrek van deze strook papier?


6.

Wat is samen 3 liter?


7.

496 : 2 =


8.

48 350 + 1000 =


9.

480 = 10 x …


10.

Je ziet een lijstje met temperaturen in 6 Europese steden op 8 december 2012.

Amsterdam: -8 °C
Oslo: -18 °C
Parijs: -3 °C
Madrid: 2 °C
Athene: 10 °C
Rome: 18 °C

In welke stad is het 18 °C warmer dan in Amsterdam?


11.

De lengte van de bodem van een doosje is 800 mm en de breedte is 300 mm.
Wat is de oppervlakte van de bodem?


12.

Schrijf op in cijfers…
Negenduizend zestien


13.

Verdubbel het getal drie keer.
Welk antwoord is goed?


14.

De afstand tussen het huis van Tijl en de school is 6 km. Tijl woont verder van de school dan Max. Tussen het huis van Max en het huis van Tijl is de afstand 2 km.
Hoe ver woont Max van school?


15.

De afstand tussen Malenstein en Nachtbrug is 90 kilometer. De sneltrein doet er 1 uur over.
Hoe lang is de trein onderweg als de afstand 60 kilometer is?


16.

Aftrekken met sprongen van 500.
Welk antwoord is goed?


17.

Carlijne heeft 6 kilo suiker.
Hoeveel pond suiker heeft zij?


18.

Afronden op een duizendtal!
64 998 =


19.

Wat staat er onder de vlek?


20.

Je ziet een reep.

 reep kost € 1,00
Hoeveel kost een hele reep?


21.

Hoeveel blokjes is ?


22.

2 x  =


23.

80 x 11 =


24.

In het echt is een straat 100 meter lang. Je wilt een tekening maken van deze straat. Op de tekening wordt de straat 1000 keer zo klein als in het echt.
Wat is de lengte van de straat op de tekening?


25.

Afronden op een heel getal!
45,3 =


26.

Van welke reep of repen kun je  nemen?
Reep 1 Reep 2 Reep 3


27.

7003 - 2085 =


28.

Zie je hoeveel geld Frans bij zich heeft?

Hij krijgt van de buurman er nog € 10 bij.
Daarna koopt hij iets voor € 1,50
Hoeveel geld heeft Frans nu?


29.

De omtrek van een vierkant op een foto is 8 cm. In het echt is de omtrek 200 keer zo groot.
Wat is de omtrek in het echt?


30.

[1^2] is minder dan
 is meer dan
Wat vind je van deze uitspraken?


Aanbevolen bij deze toets:

Oefenen met rekenen voor groep 6

De Visual Steps-boeken

Direct aan de slag / Stap-voor-stapinstructies / Begrijpelijke inhoud