Skip to content

Oefenen met taal voor groep 6

Beantwoord de volgende 30 vragen en klik dan onder op de webpagina op Toets nakijken.

De toetsvragen:

1.

Lees onderstaande tekst. Wat wil de schrijver vertellen?

De Olympische Spelen waren eerst alleen zomerspelen. Maar omdat je in de zomer niet kan wintersporten, werd op het zevende Olympisch Congres in 1921 in Lausanne besloten ook Winterspelen te gaan organiseren. Zo ging de wens van het IOC om meer (winter)sporten toe te voegen in vervulling. De eerste wintereditie van de Spelen werd drie jaar later in Chamonix gehouden.


2.

Lees onderstaande tekst. Wat is waar over de schrijver?

Mijn favoriete ijssoort is frambozenijs van Pisa. Het smaakt heerlijk fris en is nog gezond ook. Het is namelijk gemaakt van echte frambozen. En dat proef je. En voor de prijs hoef je het ook niet te laten. Voor 2 euro heb je 2 bolletjes.


3.

Lees onderstaande tekst. Wat wil de schrijver van deze tekst zeggen?

Een baby kan in de buik van zijn moeder al heel wat horen.
Rustige muziek is het best: zangkoren bijvoorbeeld en fluitmuziek.
Drums zijn minder geschikt voor de baby.
Als de moeder zelf een instrument speelt, is een blaasinstrument of een viool leuk voor de baby.


4.

Het scheefgedrukte woord is een beetje te deftig. Welk gewoon woord zet je in plaats van het deftige woord?

Bob had een onaangenaam gevoel in zijn buik toen hij uit de achtbaan kwam.


5.

Wat wil de schrijver van deze tekst?

Morgen wordt er een zware storm verwacht. Krachtige windstoten kunnen voor veel overlast zorgen. Houd er rekening mee als je naar buiten moet.


6.

In welke zin is het scheefgedrukte woord verkeerd gespeld?


7.

Welke lezer past het best bij deze tekst?

Wilt u zo vriendelijk zijn om niet te roken in dit café? U kunt in een speciale ruimte genieten van uw sigaartje of sigaretje.


8.

Welk ‘moeilijk’ woord betekent hetzelfde als het scheefgedrukte woord?

De tweeling Bob en Tom gingen los van elkaar, op de fiets, naar voetbaltraining.


9.

Lees onderstaande tekst. Welk woord past het beste bij dit verhaaltje?

Ineens begint het te waaien. Jelmer en Annemiek drukken zich plat tegen de muur van de bouwvallige schuur en zien hoe takken van bomen waaien en hoe de deur van de schuur met een smak open en weer dicht slaat. ‘Kom mee! We gaan naar binnen!’ Deze keer is het Jelmer die het voortouw neemt. ‘Geen mens te zien, maar spinnen en muizen zitten hier genoeg,’ zegt hij met een lach op zijn gezicht. Hij weet maar al te goed hoe bang Annemiek voor die beestjes is.


10.

Deze zin is niet goed. Wat is de goede zin?

Maarten is jarig op 13 augustus en ik op 18 november.


11.

Wat doet de schrijver met deze tekst?

Jantje wil ganzenbord spelen met zijn moeder. Hij gooit de dobbelsteen tegen het plafond.
Moeder: ‘Waarom doe je dat?’
Jantje: ‘Wie het hoogste gooit, mag toch beginnen?’


12.

Lees onderstaande tekst. Wat is het onderwerp van dit verhaal?

In een dorp in Congo hebben 35 mannen een enorm nijlpaard gevangen. Het dier weegt meer dan 2000 kilo. Het nijlpaard was gevaarlijk en viel de mensen van het dorp aan. Al weken werd geprobeerd het nijlpaard te vangen door hem te lokken met aas aan een stuk draad. Maar een enorme krokodil trok het draad steeds stuk en ging er met het aas vandoor. Een vangnet was beter. Hiermee is het gelukt. Het nijlpaard kon het net niet stuktrekken en zat in de val.


13.

Welke titel past volgens jou het beste bij dit stukje?

Tijdens de zwangerschap heb je meer voedingsstoffen nodig, vanwege de groei van de baby en de grote veranderingen die het lichaam ondergaat. Van veel vitamines en mineralen kun je iets extra’s gebruiken. Gezonde voeding met een voedingssupplement als aanvulling is daarom belangrijk: voor, tijdens en na de zwangerschap. Dit bevordert de gezondheid van moeder en baby.


14.

Lees onderstaande tekst. Ik begrijp wat de parkeerwachter bedoelt, maar wat moet hij anders zeggen?

De parkeerwachter had een drukke dag. Toen er geen auto meer bij kon, zei hij tegen de volgende automobilist: ‘Helaas, meneer, op deze kampeerplaats is geen ruimte meer. U moet een andere plek zoeken.’


15.

Lees onderstaande tekst. Wat wil de schrijver vertellen?

Sinds 2010 worden de Olympische Jeugdspelen gehouden. Het is de bedoeling dat sporters in de leeftijdscategorie van 14 tot en met 18 jaar meedoen. Tijdens de 119e vergadering van het IOC werd besloten Jeugdspelen te gaan houden. De eerste Jeugd Zomerspelen werden in Singapore gehouden, de eerste Jeugd Winterspelen in 2012 in Innsbruck.


16.

Welk woord in onderstaande zin kun je op twee manieren uitleggen?

Een grappige vraag: ‘Weet jij wat weekdieren doen in het weekend?’


17.

In welke zin is het scheefgedrukte woord verkeerd gespeld?


18.

Lees onderstaande tekst. Voor wie is deze tekst bedoeld?

En dan nu over de grote overstroming. Je ziet op de beelden dat vele huizen weggespoeld zijn.
Je kunt in je eigen school een actie op touw zetten voor de slachtoffers.


19.

Lees onderstaande tekst. Wat is het onderwerp van dit verhaal?

Op vrijdagavond fietste Peter door het bos toen hij een slang op de weg zag liggen. Hij dacht dat het dier ongevaarlijk was en wilde een paar foto’s maken. Maar de slang bleek giftig te zijn en hij beet Peter in zijn vinger. Toen Peter thuiskwam was zijn hele arm dik en rood. Het deed veel pijn. Zijn ouders brachten hem snel naar het ziekenhuis. Gelukkig hebben de doktoren hem weer beter kunnen maken. Maar Peter heeft zijn lesje geleerd. Voortaan laat hij slangen met rust.


20.

Wat wil de schrijver van deze tekst?

De oudst bekende wilde vos in Nederland werd 12 jaar oud. Het was een vrouwtje dat in de duinen leefde. Gemiddeld worden vossen 5 tot 7 jaar oud.


21.

Welk woord moet in deze zin in plaats van ‘zodat’?

Lisa wil graag fietsen, zodat Amy gaat liever zwemmen.


22.

Een mening is iets dat je vindt, maar je kunt het niet bewijzen. In welke zin staat een mening?


23.

Deze drie zinnen staan door elkaar. Wat is de juiste volgorde van de zinnen?

1. De Wegenwacht gaf ons benzine om verder te gaan.
2. Eindelijk kwamen we aan bij De Efteling.
3. Onze auto stopte ermee, omdat de benzine op was.


24.

Welk werkwoord staat in de verkeerde tijd?

Afgelopen herfst maken twee olifanten in Dierenpark Emmen constant ruzie met elkaar. Om die reden is één van de dieren verhuisd naar een andere dierentuin. Daarna was het rustig in het olifantenverblijf.


25.

Een feit is iets dat waar is, iets dat je kunt bewijzen. Een feit kun je zien of meten. In welke zin staat geen feit?


26.

Lees onderstaande tekst. Hoe beschrijf je de situatie van Perry Fock?

De Zwitserse koorddanser Perry Fock wilde zeven koorddansrecords in zeven dagen verbreken. Hij had vijf records verbroken, maar daarna ging het mis. Donderdag werd het slecht weer en kon hij niet fietsen over een vijftig meter hoog koord. Vrijdag ging het opnieuw fout bij zijn laatste stunt. Freddy zou ruim drie kilometer over een koord hoog boven een meer lopen. Door harde wind moest hij halverwege het meer stoppen. De kabel werd naar beneden gehaald en Freddy werd opgepikt door een boot. Voorlopig blijft het dus bij vijf records.


27.

Wat betekent hetzelfde als ‘een fantastisch optreden’?


28.

Lees onderstaande tekst. Voor wie is deze tekst bedoeld?

Geef uw dier niet te veel van die brokjes. Uw hond kan daardoor last krijgen van zijn maag. Zorg ook dat er altijd genoeg water is om te drinken.


29.

Welke titel past volgens jou het beste bij dit stukje?

Als mensen doof zijn, gebruiken ze gebarentaal. Ze maken met hun handen letters en woorden. Maar niet alleen mensen begrijpen deze taal. De Amerikaanse dove teckel Sparky begrijpt het ook. Hij leerde gebarentaal van gevangenen. Die kregen de hond om mee te spelen in de gevangenis. Maar ze leerden hem dus ook de bijzondere taal. Hij reageert nu op hun handsignalen door te zitten, te liggen of te stoppen met lopen. Zo laat hij zien dat hij z’n baasjes begrijpt. Omdat het heel bijzonder is dat een hond gebarentaal begrijpt, gaat de slimmerik op een dovenschool voor kinderen wonen. Daar kunnen ze zo’n handig huisdier wel gebruiken.


30.

Deze zin is niet goed. Wat is de goede zin?

Toen de politie de twee boeven arresteerde, riep één van de boeven: ‘Ik heb het niet gedaan, maar hij wel!’


Aanbevolen bij deze toets:

Oefenen met taal voor groep 6

De Visual Steps-boeken

Direct aan de slag / Stap-voor-stapinstructies / Begrijpelijke inhoud