Skip to content

Oefenen met leessommen (redactiesommen) voor groep 5

Beantwoord de volgende 30 vragen en klik dan onder op de webpagina op Toets nakijken.

De toetsvragen:

1.

De school van Rik gaat met 65 kinderen naar het museum.
De kaartjes kosten 4 euro per persoon.
Hoeveel moet er betaald worden voor alle kinderen?


2.

Rina telt het verkeer in de straat.
In een week ziet ze 600 auto’s, 300 fietsers en 9 motoren.
Hoeveel weggebruikers heeft Rina gezien?


3.

De opa en oma van Katie krijgen een reis van hun kinderen.
De reis kost 1200 euro. Er zijn 6 kinderen.
Hoeveel betaalt ieder kind?


4.

Lonneke heeft 19 euro gekregen voor haar mooie rapport.
Haar opa verdubbelt dit bedrag. Haar vader verdubbelt het nieuwe bedrag nog een keer.
Hoeveel geld heeft Lonneke voor haar rapport gehad?


5.

Fiene pakt dozen snoep in.
Er passen 8 zakjes in een doos. Fiene heeft 87 zakjes.
Hoeveel dozen kan ze vullen? En hoeveel zakjes houdt ze over?


6.

Erben pakt harde broodjes in.
Er passen 6 broodjes in een zak. Erben heeft 49 broodjes.
Hoeveel zakken kan hij vullen? En hoeveel broodjes houdt hij over?


7.

Rosanne heeft met de sponsorloop 65 euro opgehaald voor het goede doel.
Haar vader verdubbelt het bedrag. Haar opa verdubbelt het nieuwe bedrag nog een keer.
Hoeveel geld kan Rosanne aan het goede doel geven?


8.

Suze heeft evenveel dropjes, zuurtjes en lolly`s.
Ze verdeelt de 36 dropjes over 6 bakjes.
Hoeveel snoepjes zitten er in elke bak als ze alle 3 de soorten verdeeld heeft?


9.

Aya telt het aantal katten in het asiel.
Er staan 4 rijen met hokken. Iedere rij heeft 3 hokken. In ieder hok zitten 3 katten.
Hoeveel katten zijn er?


10.

De voetbalclub van Stefan verkoopt kaarten voor de wedstrijd tegen Ajax.
Er zijn 3000 kaarten. Op de dag van de wedstrijd zijn er nog 150 kaarten over.
Hoeveel kaarten zijn er verkocht?


11.

Halil verdient op vrijdag 28 euro met zijn krantenwijk.
Op zaterdag verdient hij 57 euro met auto`s wassen.
Hoeveel heeft hij verdiend?


12.

De school van Ben heeft geld opgehaald voor het goede doel.
Ze geven 1250 euro aan het dierenasiel en 750 euro aan de vogelopvang.
Hoeveel euro hebben ze weggegeven?


13.

De camera die Roy graag wil hebben is voor de halve prijs in de uitverkoop.
De camera kostte eerst 230 euro.
Wat kost de camera nu?


14.

Isa telt het aantal vogels in de dierentuin.
Er staan 2 rijen met hokken. Iedere rij heeft 7 hokken. In ieder hok zitten 6 vogels.
Hoeveel vogels zijn er?


15.

Fenna leest dat het museum in 5 dagen 4000 bezoekers heeft gehad.
Hoeveel bezoekers zijn er per dag geweest?


16.

Hidde heeft 215 euro gespaard.
Hij wil een laptop van 570 euro kopen.
Opa betaalt de rest. Hoeveel betaalt opa?


17.

Mika heeft 48 bitterballen gebakken. Er worden er meteen 6 opgegeten.
Hij verdeelt de rest over 3 borden.
Hoeveel bitterballen liggen er op ieder bord?


18.

Noa gaat verhuizen en pakt haar 240 boeken in.
Ze heeft 15 dozen om haar boeken in te doen.
Hoeveel boeken doet Noa in iedere doos?


19.

Francien heeft 399 euro gespaard voor de vakantie.
Ze krijgt 23 euro van oma.
Hoeveel geld heeft ze voor de vakantie?


20.

De klas van Fleur heeft 635 euro opgehaald voor het dierenasiel.
Juf geeft 45 euro.
Hoeveel euro krijgt het dierenasiel?


21.

Maarten verdeelt 420 boeken over 6 kasten.
Hij haalt 15 boeken uit de eerste kast.
Hoeveel boeken staan er nu nog in die kast?


22.

Quinty heeft een mobiel abonnement.
Ze mag iedere maand 500 minuten bellen. Ze heeft deze maand nog 280 belminuten over van vorige maand.
Ze belt deze maand 430 minuten.
Hoeveel minuten heeft ze over aan het eind van de maand?


23.

Joost telt de supporters van de tegenpartij.
Ze komen met 8 bussen. In iedere bus zitten 45 mensen.
Hoeveel supporters komen er voor de tegenpartij?


24.

Richard krijgt een scooter.
De scooter kost 1600 euro. Zijn vader en opa betalen ieder een gelijk deel.
Hoeveel betalen vader en opa ieder?


25.

De tennisclub van Rafael heeft 805 euro in kas.
In de kantine is vandaag 120 euro binnengekomen.
Hoeveel geld is er nu in kas?


26.

Ank telt een maand lang alle vogels in de tuin.
Ze ziet 425 mussen, 300 spreeuwen en 40 koolmezen.
Hoeveel vogels heeft Ank gezien?


27.

Aldo koopt in de uitverkoop een jas.
De jas was eerst 215 euro, maar kost nu 116 euro.
Hoeveel euro is de jas goedkoper geworden?


28.

Lot vult de plantenbakken met plantjes.
Ze heeft 96 plantjes. In een plantenbak passen 6 plantjes.
Hoeveel bakken kan Lot vullen? Hoeveel plantjes houdt ze over?


29.

Mounir bergt zijn boeken op in dozen waar 8 boeken in passen.
Hij heeft 63 boeken.
Hoeveel bakjes kan Mounir vullen? Hoeveel boeken houdt hij dan over?


30.

Het grote parkeerterrein heeft 1050 plaatsen.
Elleke ziet dat er nog 675 plaatsen vrij zijn.
Hoeveel auto`s staan er op het parkeerterrein?



De Visual Steps-boeken

Direct aan de slag / Stap-voor-stapinstructies / Begrijpelijke inhoud