Skip to content
Twitter
Facebook
Home
Over de auteur
Nog meer voor kinderen
Toetsen
Contact
Oefenen met leessommen (redactiesommen) voor groep 5
Beantwoord de volgende 30 vragen en klik dan onder op de webpagina op
Toets nakijken
.
De toetsvragen:
1.
De klas van Fleur heeft 635 euro opgehaald voor het dierenasiel.
Juf geeft 45 euro.
Hoeveel euro krijgt het dierenasiel?
680
670
690
2.
Lot vult de plantenbakken met plantjes.
Ze heeft 96 plantjes. In een plantenbak passen 6 plantjes.
Hoeveel bakken kan Lot vullen? Hoeveel plantjes houdt ze over?
15 (5 over)
16 (1 over)
16 (0 over)
3.
Rosanne heeft met de sponsorloop 65 euro opgehaald voor het goede doel.
Haar vader verdubbelt het bedrag. Haar opa verdubbelt het nieuwe bedrag nog een keer.
Hoeveel geld kan Rosanne aan het goede doel geven?
240
260
280
4.
Het rekenboek van Nora heeft 80 hoofdstukken.
In ieder hoofdstuk staan 11 sommen.
Hoeveel sommen staan er in het boek?
880
870
890
5.
De school van Rik gaat met 65 kinderen naar het museum.
De kaartjes kosten 4 euro per persoon.
Hoeveel moet er betaald worden voor alle kinderen?
240
260
250
6.
Francien heeft 399 euro gespaard voor de vakantie.
Ze krijgt 23 euro van oma.
Hoeveel geld heeft ze voor de vakantie?
423
421
422
7.
Mika heeft 48 bitterballen gebakken. Er worden er meteen 6 opgegeten.
Hij verdeelt de rest over 3 borden.
Hoeveel bitterballen liggen er op ieder bord?
14
15
16
8.
Joost telt de supporters van de tegenpartij.
Ze komen met 8 bussen. In iedere bus zitten 45 mensen.
Hoeveel supporters komen er voor de tegenpartij?
340
360
330
9.
Ankie pakt gebaksvorkjes in.
In een doosje passen 6 vorkjes. Er liggen 108 vorkjes.
Hoeveel doosjes kan Ankie vullen? Hoeveel vorkjes houdt ze over?
18 (0 over)
19 (1 over)
17 (5 over)
10.
Quinty heeft een mobiel abonnement.
Ze mag iedere maand 500 minuten bellen. Ze heeft deze maand nog 280 belminuten over van vorige maand.
Ze belt deze maand 430 minuten.
Hoeveel minuten heeft ze over aan het eind van de maand?
350
360
340
11.
Lonneke heeft 19 euro gekregen voor haar mooie rapport.
Haar opa verdubbelt dit bedrag. Haar vader verdubbelt het nieuwe bedrag nog een keer.
Hoeveel geld heeft Lonneke voor haar rapport gehad?
78
74
76
12.
Hidde heeft 215 euro gespaard.
Hij wil een laptop van 570 euro kopen.
Opa betaalt de rest. Hoeveel betaalt opa?
365
355
345
13.
Matthijs pakt de wenskaarten uit voor de rommelmarkt.
Er staan nog 8 dozen. In elke doos zitten 40 kaarten.
Hoeveel kaarten moet Matthijs uitpakken?
340
320
360
14.
Het grote parkeerterrein heeft 1050 plaatsen.
Elleke ziet dat er nog 675 plaatsen vrij zijn.
Hoeveel auto`s staan er op het parkeerterrein?
375
365
385
15.
Aldo koopt in de uitverkoop een jas.
De jas was eerst 215 euro, maar kost nu 116 euro.
Hoeveel euro is de jas goedkoper geworden?
98
101
99
16.
Er zitten 42 mensen in de bus.
Ina ziet dat bij de eerste halte 20 mensen uitstappen. Bij de tweede halte stappen er 17 uit.
Hoeveel mensen zitten er nu nog in de bus?
4
6
5
17.
Aya telt het aantal katten in het asiel.
Er staan 4 rijen met hokken. Iedere rij heeft 3 hokken. In ieder hok zitten 3 katten.
Hoeveel katten zijn er?
34
39
36
18.
Fenna leest dat het museum in 5 dagen 4000 bezoekers heeft gehad.
Hoeveel bezoekers zijn er per dag geweest?
800
900
850
19.
In de kantine van de voetbalclub van Sem is voor 20 euro aan kroketten verkocht.
Een kroket kost € 1,25.
Hoeveel kroketten zijn er verkocht?
18
15
16
20.
Nita heeft met de sponsorloop 22 euro opgehaald voor het goede doel.
Haar vader verdubbelt het bedrag. Haar oom verdubbelt het nieuwe bedrag. Haar opa verdubbelt daarna het nieuwe bedrag nog een keer.
Hoeveel geld kan Nita aan het goede doel geven?
176
164
172
21.
De camera die Roy graag wil hebben is voor de halve prijs in de uitverkoop.
De camera kostte eerst 230 euro.
Wat kost de camera nu?
118
115
112
22.
De opa en oma van Katie krijgen een reis van hun kinderen.
De reis kost 1200 euro. Er zijn 6 kinderen.
Hoeveel betaalt ieder kind?
250
200
300
23.
De vader van Michelle boekt een reis naar Italië.
De reis kost 2300 euro en de huurauto 700 euro.
Hoeveel moet hij betalen?
3000
3100
2900
24.
Noortje en haar vriendinnen eten bij de snackbar.
Ze moeten 22 euro betalen. Ze krijgen 4 euro korting.
De 3 meiden delen de rekening.
Hoeveel betalen ze per persoon?
5
6
7
25.
Emine telt het aantal fietsen in de stalling.
Er staan 5 rijen met fietsenrekken. Iedere rij heeft 4 rekken. In ieder rek staan 4 fietsen.
Hoeveel fietsen zijn er?
75
80
85
26.
De golfclub is 172 golfballetjes kwijt.
Jesper helpt met zoeken. Hij vindt 18 golfballetjes.
Hoeveel golfballetjes zijn er nu nog kwijt?
153
154
155
27.
Ilse heeft 4 mappen met stickers.
In iedere map zitten 85 stickers.
Hoeveel stickers heeft Ilse?
340
320
330
28.
Sander heeft 7 weken zomervakantie. Een week heeft 7 dagen.
Er zijn al 22 dagen om.
Hoeveel dagen heeft Sander nog vrij?
27
28
25
29.
Melle spaart voor een laptop van 365 euro.
Hij heeft al 80 euro.
Hoeveel moet Melle nog sparen?
275
295
285
30.
Rina telt het verkeer in de straat.
In een week ziet ze 600 auto’s, 300 fietsers en 9 motoren.
Hoeveel weggebruikers heeft Rina gezien?
909
639
912
Toets nakijken
De Visual Steps-
boeken
Direct aan de slag
/
Stap-voor-stapinstructies
/
Begrijpelijke inhoud
Productoverzicht