Skip to content
Twitter
Facebook
Home
Over de auteur
Nog meer voor kinderen
Toetsen
Contact
Oefenen met leessommen (redactiesommen) voor groep 5
Beantwoord de volgende 30 vragen en klik dan onder op de webpagina op
Toets nakijken
.
De toetsvragen:
1.
Rina telt het verkeer in de straat.
In een week ziet ze 600 auto’s, 300 fietsers en 9 motoren.
Hoeveel weggebruikers heeft Rina gezien?
639
912
909
2.
Aldo koopt in de uitverkoop een jas.
De jas was eerst 215 euro, maar kost nu 116 euro.
Hoeveel euro is de jas goedkoper geworden?
101
98
99
3.
De camera die Roy graag wil hebben is voor de halve prijs in de uitverkoop.
De camera kostte eerst 230 euro.
Wat kost de camera nu?
118
115
112
4.
Ank telt een maand lang alle vogels in de tuin.
Ze ziet 425 mussen, 300 spreeuwen en 40 koolmezen.
Hoeveel vogels heeft Ank gezien?
755
760
765
5.
Ankie pakt gebaksvorkjes in.
In een doosje passen 6 vorkjes. Er liggen 108 vorkjes.
Hoeveel doosjes kan Ankie vullen? Hoeveel vorkjes houdt ze over?
18 (0 over)
19 (1 over)
17 (5 over)
6.
Rosanne heeft met de sponsorloop 65 euro opgehaald voor het goede doel.
Haar vader verdubbelt het bedrag. Haar opa verdubbelt het nieuwe bedrag nog een keer.
Hoeveel geld kan Rosanne aan het goede doel geven?
280
240
260
7.
Halil verdient op vrijdag 28 euro met zijn krantenwijk.
Op zaterdag verdient hij 57 euro met auto`s wassen.
Hoeveel heeft hij verdiend?
84
86
85
8.
De vader van Michelle boekt een reis naar Italië.
De reis kost 2300 euro en de huurauto 700 euro.
Hoeveel moet hij betalen?
2900
3100
3000
9.
Matthijs pakt de wenskaarten uit voor de rommelmarkt.
Er staan nog 8 dozen. In elke doos zitten 40 kaarten.
Hoeveel kaarten moet Matthijs uitpakken?
320
340
360
10.
Alexander heeft evenveel spijkers, bouten, schroeven en moertjes.
Hij verdeelt de 75 spijkers over 5 bakjes.
Hoeveel stuks zitten er in elke bak als hij alle 4 de soorten verdeeld heeft?
60
65
55
11.
Tristan heeft 10 zakken met 15 koekjes.
Hij verdeelt de koekjes over 3 koektrommels.
Hoeveel koekjes zitten er in iedere trommel?
50
45
52
12.
Aya telt het aantal katten in het asiel.
Er staan 4 rijen met hokken. Iedere rij heeft 3 hokken. In ieder hok zitten 3 katten.
Hoeveel katten zijn er?
39
36
34
13.
Jason koopt een spel voor het clubhuis.
Het spel kost 52 euro. Hij krijgt 4 euro korting.
Jason deelt de kosten met zijn 3 vrienden.
Hoeveel betalen ze per persoon?
12
10
9
14.
Emine telt het aantal fietsen in de stalling.
Er staan 5 rijen met fietsenrekken. Iedere rij heeft 4 rekken. In ieder rek staan 4 fietsen.
Hoeveel fietsen zijn er?
80
85
75
15.
Marcel heeft 98 euro verdiend met auto`s wassen, honden uitlaten en vegen.
Met vegen heeft hij 9 euro verdiend, en met honden uitlaten 7 euro.
Hoeveel heeft hij verdiend met auto’s wassen?
81
83
82
16.
Twan gaat op vakantie.
Het huisje kost 122 euro per week. Hij blijft er 3 weken.
Ook komen er nog 21 euro schoonmaakkosten bij.
Wat kost de vakantie?
389
385
387
17.
Fenna leest dat het museum in 5 dagen 4000 bezoekers heeft gehad.
Hoeveel bezoekers zijn er per dag geweest?
850
900
800
18.
Emily haalt de boodschappen voor de barbecue.
Ze koopt voor 90 euro vlees en voor 30 euro salade.
Ze deelt de kosten met haar 5 vriendinnen.
Hoeveel betalen ze per persoon?
20
18
19
19.
Er zitten 42 mensen in de bus.
Ina ziet dat bij de eerste halte 20 mensen uitstappen. Bij de tweede halte stappen er 17 uit.
Hoeveel mensen zitten er nu nog in de bus?
5
4
6
20.
De grote wandeltocht heeft 5800 deelnemers.
Johnny doet ook mee. Om twee uur zijn 1700 deelnemers over de eindstreep gekomen.
Hoeveel deelnemers moeten er nog komen?
4100
4300
4200
21.
Lonneke heeft 19 euro gekregen voor haar mooie rapport.
Haar opa verdubbelt dit bedrag. Haar vader verdubbelt het nieuwe bedrag nog een keer.
Hoeveel geld heeft Lonneke voor haar rapport gehad?
74
76
78
22.
Ilse heeft 4 mappen met stickers.
In iedere map zitten 85 stickers.
Hoeveel stickers heeft Ilse?
320
340
330
23.
De voetbalclub van Stefan verkoopt kaarten voor de wedstrijd tegen Ajax.
Er zijn 3000 kaarten. Op de dag van de wedstrijd zijn er nog 150 kaarten over.
Hoeveel kaarten zijn er verkocht?
2750
2950
2850
24.
Joost telt de supporters van de tegenpartij.
Ze komen met 8 bussen. In iedere bus zitten 45 mensen.
Hoeveel supporters komen er voor de tegenpartij?
330
360
340
25.
De tennisclub van Norma heeft na de rommelmarkt 4850 euro in kas.
De rommelmarkt heeft 2800 euro opgebracht.
Hoeveel was er in kas voordat de rommelmarkt gehouden werd?
2050
2150
2250
26.
Noortje en haar vriendinnen eten bij de snackbar.
Ze moeten 22 euro betalen. Ze krijgen 4 euro korting.
De 3 meiden delen de rekening.
Hoeveel betalen ze per persoon?
7
5
6
27.
Sander heeft 7 weken zomervakantie. Een week heeft 7 dagen.
Er zijn al 22 dagen om.
Hoeveel dagen heeft Sander nog vrij?
27
28
25
28.
De school van Rik gaat met 65 kinderen naar het museum.
De kaartjes kosten 4 euro per persoon.
Hoeveel moet er betaald worden voor alle kinderen?
240
250
260
29.
Suze heeft evenveel dropjes, zuurtjes en lolly`s.
Ze verdeelt de 36 dropjes over 6 bakjes.
Hoeveel snoepjes zitten er in elke bak als ze alle 3 de soorten verdeeld heeft?
18
15
14
30.
Erben pakt harde broodjes in.
Er passen 6 broodjes in een zak. Erben heeft 49 broodjes.
Hoeveel zakken kan hij vullen? En hoeveel broodjes houdt hij over?
7 (5 over)
8 (0 over)
8 (1 over)
Toets nakijken
De Visual Steps-
boeken
Direct aan de slag
/
Stap-voor-stapinstructies
/
Begrijpelijke inhoud
Productoverzicht