Skip to content
Twitter
Facebook
Home
Over de auteur
Nog meer voor kinderen
Toetsen
Contact
Oefenen met leessommen (redactiesommen) voor groep 5
Beantwoord de volgende 30 vragen en klik dan onder op de webpagina op
Toets nakijken
.
De toetsvragen:
1.
Joost telt de supporters van de tegenpartij.
Ze komen met 8 bussen. In iedere bus zitten 45 mensen.
Hoeveel supporters komen er voor de tegenpartij?
330
340
360
2.
Matthijs pakt de wenskaarten uit voor de rommelmarkt.
Er staan nog 8 dozen. In elke doos zitten 40 kaarten.
Hoeveel kaarten moet Matthijs uitpakken?
360
340
320
3.
Lonneke heeft 19 euro gekregen voor haar mooie rapport.
Haar opa verdubbelt dit bedrag. Haar vader verdubbelt het nieuwe bedrag nog een keer.
Hoeveel geld heeft Lonneke voor haar rapport gehad?
76
74
78
4.
Nita heeft met de sponsorloop 22 euro opgehaald voor het goede doel.
Haar vader verdubbelt het bedrag. Haar oom verdubbelt het nieuwe bedrag. Haar opa verdubbelt daarna het nieuwe bedrag nog een keer.
Hoeveel geld kan Nita aan het goede doel geven?
164
172
176
5.
Fenna leest dat het museum in 5 dagen 4000 bezoekers heeft gehad.
Hoeveel bezoekers zijn er per dag geweest?
800
900
850
6.
De grote wandeltocht heeft 5800 deelnemers.
Johnny doet ook mee. Om twee uur zijn 1700 deelnemers over de eindstreep gekomen.
Hoeveel deelnemers moeten er nog komen?
4200
4100
4300
7.
De camera die Roy graag wil hebben is voor de halve prijs in de uitverkoop.
De camera kostte eerst 230 euro.
Wat kost de camera nu?
118
112
115
8.
Suze heeft evenveel dropjes, zuurtjes en lolly`s.
Ze verdeelt de 36 dropjes over 6 bakjes.
Hoeveel snoepjes zitten er in elke bak als ze alle 3 de soorten verdeeld heeft?
18
14
15
9.
Alexander heeft evenveel spijkers, bouten, schroeven en moertjes.
Hij verdeelt de 75 spijkers over 5 bakjes.
Hoeveel stuks zitten er in elke bak als hij alle 4 de soorten verdeeld heeft?
55
60
65
10.
Mika heeft 48 bitterballen gebakken. Er worden er meteen 6 opgegeten.
Hij verdeelt de rest over 3 borden.
Hoeveel bitterballen liggen er op ieder bord?
15
14
16
11.
Jason koopt een spel voor het clubhuis.
Het spel kost 52 euro. Hij krijgt 4 euro korting.
Jason deelt de kosten met zijn 3 vrienden.
Hoeveel betalen ze per persoon?
9
10
12
12.
Richard krijgt een scooter.
De scooter kost 1600 euro. Zijn vader en opa betalen ieder een gelijk deel.
Hoeveel betalen vader en opa ieder?
800
900
850
13.
Er zitten 42 mensen in de bus.
Ina ziet dat bij de eerste halte 20 mensen uitstappen. Bij de tweede halte stappen er 17 uit.
Hoeveel mensen zitten er nu nog in de bus?
6
5
4
14.
Aldo koopt in de uitverkoop een jas.
De jas was eerst 215 euro, maar kost nu 116 euro.
Hoeveel euro is de jas goedkoper geworden?
101
98
99
15.
Quinty heeft een mobiel abonnement.
Ze mag iedere maand 500 minuten bellen. Ze heeft deze maand nog 280 belminuten over van vorige maand.
Ze belt deze maand 430 minuten.
Hoeveel minuten heeft ze over aan het eind van de maand?
350
360
340
16.
Maarten verdeelt 420 boeken over 6 kasten.
Hij haalt 15 boeken uit de eerste kast.
Hoeveel boeken staan er nu nog in die kast?
55
65
60
17.
De tennisclub van Rafael heeft 805 euro in kas.
In de kantine is vandaag 120 euro binnengekomen.
Hoeveel geld is er nu in kas?
925
915
935
18.
Emily haalt de boodschappen voor de barbecue.
Ze koopt voor 90 euro vlees en voor 30 euro salade.
Ze deelt de kosten met haar 5 vriendinnen.
Hoeveel betalen ze per persoon?
19
20
18
19.
Tiny heeft 4 briefjes van 100 euro, 2 briefjes van 10 euro en 5 munten van 1 euro.
Hoeveel euro heeft ze?
425
435
415
20.
Erben pakt harde broodjes in.
Er passen 6 broodjes in een zak. Erben heeft 49 broodjes.
Hoeveel zakken kan hij vullen? En hoeveel broodjes houdt hij over?
8 (1 over)
8 (0 over)
7 (5 over)
21.
Het grote parkeerterrein heeft 1050 plaatsen.
Elleke ziet dat er nog 675 plaatsen vrij zijn.
Hoeveel auto`s staan er op het parkeerterrein?
375
385
365
22.
Francien heeft 399 euro gespaard voor de vakantie.
Ze krijgt 23 euro van oma.
Hoeveel geld heeft ze voor de vakantie?
423
422
421
23.
Martin heeft 302 euro gespaard.
Hij geeft 5 euro uit aan een stripboek.
Hoeveel spaargeld houdt hij over?
297
296
298
24.
Melle spaart voor een laptop van 365 euro.
Hij heeft al 80 euro.
Hoeveel moet Melle nog sparen?
285
295
275
25.
Johannes gaat uit eten.
Hij bestelt een broodje van € 4,65. Daar drinkt hij een koffie van € 2,15 bij. Als toetje neemt hij een ijsje van € 3,50.
Hoeveel moet hij betalen?
10,20
10,30
10,15
26.
Tristan heeft 10 zakken met 15 koekjes.
Hij verdeelt de koekjes over 3 koektrommels.
Hoeveel koekjes zitten er in iedere trommel?
50
52
45
27.
Tim moet 59 sommen maken in het weekend.
Hij maakt er vrijdag 20, en zaterdag 8.
Hoeveel sommen moet hij op zondag nog maken?
32
33
31
28.
De golfclub is 172 golfballetjes kwijt.
Jesper helpt met zoeken. Hij vindt 18 golfballetjes.
Hoeveel golfballetjes zijn er nu nog kwijt?
153
154
155
29.
Mounir bergt zijn boeken op in dozen waar 8 boeken in passen.
Hij heeft 63 boeken.
Hoeveel bakjes kan Mounir vullen? Hoeveel boeken houdt hij dan over?
7 (7 over)
8 (0 over)
8 (1 over)
30.
Ankie pakt gebaksvorkjes in.
In een doosje passen 6 vorkjes. Er liggen 108 vorkjes.
Hoeveel doosjes kan Ankie vullen? Hoeveel vorkjes houdt ze over?
18 (0 over)
19 (1 over)
17 (5 over)
Toets nakijken
De Visual Steps-
boeken
Direct aan de slag
/
Stap-voor-stapinstructies
/
Begrijpelijke inhoud
Productoverzicht